Op zoek naar zeldzaamheden in Zuid-Holland (1)
Op het gevaar af om als fanatieke vogelfreak bestempeld te worden, zal ik het toch maar toegeven: ik ben een tijdelijke twitcher. Een onvervalste soortenjager. Vogelaars van het type ‘geniet van de omgeving en laat de vogels op jou afkomen in plaats van andersom’ vinden twitchers nogal hijgerig monomaan en totaal niet mindful. Maar de ervaring van het zien van een nieuwe vogel is magisch en blijft altijd op je netvlies. En lijstjes maken lijkt toch een diepgewortelde menselijke behoefte te zijn 😁 (zie Mindfulness voor Vogelaars van Adam Ford).
Ik heb me ten doel gesteld om mijn levenslijst een flinke boost te geven: driehonderd soorten op mijn Nederlandse lijst, daar ga ik voor. Het zijn er nu 257 dus nog 43 te gaan. Dat lijkt weinig, maar om die driehonderd te halen moet je toch heel wat zeldzame vogels zien. En hoe langer de lijst, hoe moeilijker het wordt. Daar ga ik niet het hele land voor door reizen, maar als er ergens in de provincie Zuid-Holland een soort wordt waargenomen die ik zelf nog nooit heb gezien, en ik ben vrij, dan stap ik in de auto en ga eropaf.

De maand augustus stond in het teken van drie voor mij nieuwe sternen. Op waarneming.nl zag ik dat er een reuzenstern in de Crezéepolder bij Ridderkerk was waargenomen dus daar moest ik maar eens een kijkje nemen. Ik had de geul al een aantal keren afgespeurd zonder resultaat toen een mede-vogelaar hem gelukkig met zijn scoop vond, in een verre uithoek tussen de kokmeeuwen. Erg goed herkenbaar aan zijn stevige rode snavel, zwarte poten en forse postuur. Vandaar ook zijn naam. Groter dan de grote stern die weer groter is dan de dwergstern. De visdief, die ook een stern is, zit tussen de dwergstern en de grote stern in. Reuzensterns zijn doortrekkers die aan het eind van de zomer in ons land te zien zijn.

Een dag later bleken er in de Nieuwe Driemanspolder bij Zoetermeer twee lachsterns te zitten: een volwassene met een jong! Daar moest ik op af want die zien we niet zo vaak in onze omgeving. Toen ik arriveerde waren er al een paar vogelaars ter plaatse. Op dat moment was alleen de jonge vogel te zien. Het was nog best lastig om die van kokmeeuwen te onderscheiden. Even later hoorde we aan de bedelroep van het jong dat de ouder in aantocht was en kreeg ik ze prachtig samen in beeld! Volwassen lachsterns lijken op grote sterns maar hebben geen gele snavelpunt. Ze zijn genoemd naar hun schaterende roep.

Een week later was ik weer in de Driemanspolder. Ik was mee met Gert en Marc die ook graag de lachsterns wilden zien. Na anderhalf uur rondlopen verging de mannen het lachen want de lachsterns waren in geen velde of wegen te bekennen. Gelukkig werden we getrakteerd op een mooie verrassing: er was een witvleugelstern gesignaleerd! En na het uitoefenen van wat geduld, vloog hij sierlijk voor ons langs, met zijn prachtige zwarte kop en lijf, grijze bovenvleugels en witte stuit. De witvleugelstern is (net als de zwarte stern en de witwangstern) een moerasstern. Hij trekt in de zomer door van Oost-Europa naar Afrika waar hij overwintert. Hij heet ‘witvleugelstern’ omdat zijn witte vleugel hem onderscheidt van de sterk verwante en minder zeldzame zwarte stern.
De volgende aflevering gaat over twee voor mij nieuwe steltlopers van mijn favoriete geslacht: Tringa (de ruiters).
De foto’s zijn gemaakt door Ellen Sandberg
Zoekplaatje

Bovenstaande foto is deze keer een zoekplaatje. Aanwijzingen staan onderaan, dus even niet naar beneden scrollen s.v.p. De foto is een beeld van onze paardenkastanje die enkele weken terug nog frisgroen was, maar nu behoorlijk aangetast door de mineerders. Dit zijn rupsen van de mineervlieg die eitjes deponeert in bladeren van veel geschikte waardplanten, maar nu is onze boom de prooi. Daar komt dan een rupsje van met ambitie om zich zeer spoedig vol te vreten met het bladmoes. Er verschijnen dan grijze dorre vlekken op de bladeren. Het wordt er dan natuurlijk niet mooier op in je tuin. Het is ons ook al overkomen met onze buxus haagjes die werden aangevallen door de rups van de buxusmot. Zie bericht op deze site van 1 mei. Ik heb onze haagjes nog in stand kunnen houden, maar bij de buren is alles geliquideerd. De infectiedruk is al lager geworden!😁 Ook toen was er sprake van predatie door onze tuinvogels, voornamelijk huis- en ringmussen. Nu is het echter smullen voor de pimpelmezen die ook al belangrijk zijn om luizen uit de rozen te happen. Afgelopen vrijdag dook er een een grote groep pimpelmezen af op onze aangetaste kastanje. Dan is het nog wel een hele kunst om er een goede foto van te maken. Vandaar deze keer een zoekplaatje. Je vindt een pimpelmeesje vlak bovenop de voedersilo en een exemplaar rechts van de stekelige bolster.
Preview Biesbosch woensdag 10 augustus 2022
Al 13 jaar lang is dit een vast item op de Vogelwacht excursiekalender: de Brabantse Biesbosch. En niet ten onrechte, wat een ontzettend natuurrijk en vogelrijk gebied. Zelfs in de zomer, als het broedseizoen voorbij is, de vogeltrek nog amper is begonnen en met name de eenden (bijna) onherkenbaar zijn vanwege het wisselen van hun verenkleed.
Als voorbereiding op de trip van zaterdag 27 augustus gingen ondergetekende en René Droog een proefrondje maken. Alle foto’s zijn van de hand van René Droog. De mondkapjes op de pont bij Kop van ’t Land zijn gelukkig niet meer nodig, maar verder is de aankondiging op de Vogelwacht-website nog steeds passend. Dan ook maar gelijk het minpuntje van de tocht vandaag: we hebben geen zeearenden gezien. Gezien het zeer warme weer, we stonden aan het begin van een hittegolf, en de flinke droogte, misschien geen verrassing. Dat is dan gelijk het tweede minpuntje: de droogte. Overal stond het water ontzettend laag. Dat heb ik hier nog nooit gezien de afgelopen 13 jaar. Gelukkig was er ook een pluspunt en dat bleek de Nieuwe Dordtse Biesbosch te zijn. Een nieuw natuurgebied dat nog maar enkele jaren bestaat. We zijn er als Vogelwacht Delft nog amper op bezoek geweest. Dat gaat vanaf nu veranderen. Direct onder Dordrecht, tussen het recreatiebos De Elzen, de ons bekende Tongplaat en de Nieuwe Merwede, is een flink stuk akkerland omgezet in waterrijke natuur. Daar staat nu ook een vogelkijkhut waar René en ik hebben staan genieten van o.a.: watersnip, waterral, porseleinhoen, steltkluut en bosruiter. Waterral en steltkluut met grote jongen. Ik vermoed dat we ook dit te danken hebben aan de zeer lage waterstand.
De andere gebieden die we hebben bezocht waren oude bekenden: langs de Bandijk komende vanaf Werkendam, de Noordwaard bij Landart Wassende Maan, de Noordwaard aan de kant van het Biesbosch MuseumEiland en de bekende nestplek (Beleef de Lente) van de visarenden aan de andere kant van de Noordwaard. De eerste stop was op de Bandijk vlak na de afslag Muggenwaard, bij de rode bakstenen uitzichttoren ‘Buiten Kievitswaard’. Daar prachtig zicht op Purperreigers, eerst twee wat verder weg maar vervolgens één heerlijk dichtbij op het kale akkerland achter de toren. Een flink staaltje wensdenken was de rode wouw die hier langskwam, die later een vrouwtje bruine kiekendief bleek te zijn. Onze volgende stop was rondom De Wassende Maan, het natuurkunstwerk uitkijkend over de waterplas in de Noordwaard. Wat een ruimte, wat een rust, wat een hitte en wat een droogte. We hebben op de bodem van een groot stuk drooggevallen Noordwaard gestaan. Leuk om te zien was een flinke wilg, door bevers om geknaagd. Het Biesbosch MuseumEiland en het bijbehorende café Biesonder hebben we niet bezocht. We zijn direct gaan wandelen vanaf de parkeerplaats vóór de brug, door het (schaduwrijke) bosgebied naar het restant van de plas van de Noordwaard. Weinig bosvogelgeluiden vanwege de hitte en het middaguur. Aan de rand van de plas vindt je altijd andere bezoekers. Waaronder een gezin met twee jonge jongens die we een blik konden laten werpen door onze telescoop. ‘Wat is dat voor een ding en hoeveel keer vergroot dat?’ Een mooi zicht op o.a. casarcas.
We zagen ook al één van de visarenden, ver weg aan de overkant. Vervolgens weer naar de auto en langs het MuseumEiland om de Noordwaard heen rijdend (langs het Gat van Lijnoorden, de Boomgatweg en Witboomkil) naar het fietspad langs de Noordwaard. Parkeren kan bij het hek van de werkplaatsen van Staatsbosbeheer. Vervolgens een stukje lopen over het fietspad/dijkje naar het bankje voor zicht (telescopen) op het Beleef de Lente nest van de Visarenden. Weinig actie maar toch twee Visarenden, rustig zittend en een beetje veren poetsend. Veel waterrecreanten op de langzaam droogvallende kreken van dit gebied.
De veerdienst Kop van ’t Land bracht ons vervolgens over de Nieuwe Merwede naar de Dordtse/Zuid-Hollandse kant van de Biesbosch. Voor een bezoek aan de Tongplaat en de eerder gememoreerde Nieuwe Dordtse Biesbosch. Vanaf de pont gingen we linksaf de Zeedijk op om vrij snel links aan te houden (Nieuwe Merwedeweg) op weg naar de T-splitsing met de Oude Veerweg. Hier parkeerden we op het stukje doodlopende weg om lopend over het wel doorlopende fietspad het uitzichtpunt over de Tongplaat te bereiken. Een fraaie één na laatste stopplek. René zag hier een ree en een Boomvalk, die ik beiden heb gemist. Teruglopen kan ook via het schaduwrijke paardenpad tussen de bomen, je moet dan wel het rulle zand trotseren. Gierzwaluwen hebben we nergens gezien of gehoord. Waren die gezien de droogte al vertrokken?
Tot slot de spectaculaire, laatste stop in de vogelhut van de Nieuwe Dordtse Biesbosch. Vanaf de Tongplaat bereikbaar via de Oude Veerweg, rechtsaf de Noorderelsweg en linksaf de Van Elzingen weg. Het was weer een prachtige dag, ondanks de droogte en de hitte. Het was zo warm dat een holenduif zowat voor pampus lag in het lage water van de Nieuwe Dordtse Biesbosch, evenals twee grote jongen van de kuifeend. Zoals gezegd een plek om regelmatig terug te komen.
Voor meer informatie zie o.a. de volgende websites:
Nationaal Park de Biesbosch: https://np-debiesbosch.nl/
Biesbosch MuseumEiland: https://biesboschmuseumeiland.nl/
Nieuwe Dordtse Biesbosch: https://np-debiesbosch.nl/nieuwe-dordtse-biesbosch/
Nieuwe Dordtse Biesbosch: https://www.wshd.nl/nieuwe-dordtse-biesbosch
Voor video’s van René Droog zijn YouTube-kanaal: https://www.youtube.com/user/redjered
Aangetroffen vogels (64 soorten): witgatje, oeverloper, kleine plevier, kemphaan, kluut, tureluur, scholekster, watersnip, waterral, bosruiter, porseleinhoen, steltkluut, grutto, kleine zilverreiger, grote zilverreiger, purperreiger, blauwe reiger, lepelaar, ooievaar, kievit, rietgors, blauwborst, zwartkop, bergeend, meerkoet, waterhoen, fuut, kokmeeuw, zilvermeeuw, visdief, aalscholver, spreeuw, witte kwikstaart, gele kwikstaart, grauwe gans, Canadese gans, brandgans, nijlgans, knobbelzwaan, kneu, torenvalk, bruine kiekendief, visarend, buizerd, boomvalk, houtduif, holenduif, boerenzwaluw, huiszwaluw, oeverzwaluw, kraai, ekster, slobeend, krakeend, tafeleend, wilde eend, kuifeend, casarca, heggenmus, vink, putter, huismus, merel, grote bonte specht.
De blauwe reiger, herinneringen
Niet mijn lievelingsvogel. Dat wil zeggen van oudsher. Ondertussen heb ik hem leren waarderen. Hij ziet er agressief uit met die priemende blik en grote dolksnavel aan dat flinke lijf. Als klein kind had ik veel ontzag voor ze. De blauwe reiger was groot genoeg om zonder al teveel problemen te broeden in de grote bomen van druk bevolkt Amsterdam. Die blik, het formaat en dan ook nog eens dat geschreeuw, waren voor mij voldoende om een straatje om te gaan. ‘Kah-AHRK’, luid, rauw en doordringend volgens de ANWB-Vogelgids. Met een beetje goede wil haal je daar ‘REIGER’ uit. Ik keek als kind met bewondering naar vogels, maar dit was teveel van het goede. Misschien dat ook de hoeveelheid poep daarbij een rol speelde, maar dat kan ik mij niet meer herinneren. Later heb ik daar wel eens last van gehad: op de fiets naar mijn werk in Den Haag werd er op de Binckhorstlaan flink raak gescheten. Gelukkig vingen pet en jas het meeste op.
Groot waren ze ook toen ze langs kwamen in mijn kleine Delftse tuin. Eerst landend op een naburig dak, dan bovenop de ligusterhaag en vervolgens de landing in de tuin. Jarenlang heb ik daarmee te maken gehad. Toen had ik nog een florerende vijver met goudvoorntjes. Die is uiteindelijk toch leeggevist en lek geprikt. De blauwe reiger moet tenslotte ook leven.
Heel lang besteedde ik weinig aandacht aan deze zo algemene vogel. Tot het moment dat ik een blauwe reiger zag met een dunne en een dikke poot. Dat verbaasde mij, maar ik kwam er snel achter, gewoon een kwestie van goed kijken, dat de reigerpoot niet rond is maar plat, met een brede en een smalle kant. Zo simpel kan het zijn.
En dan die naam blauwe reiger. Hij is helemaal niet blauw maar grijs. Hij heet dan ook Grey Heron in het Engelse taalgebied. Toen ik er later achter kwam dat er ook zilverreigers bestonden, was de verwarring compleet. Die zijn wit en de blauwe reiger is zilverachtig. Daar is vast een apart verhaal over te schrijven.
Alle reden dus voor de aanschaf van een nieuwe vogelpuzzel toen ik bijgaande prent tegenkwam tijdens een internetsearch. Wederom een 1000 stukjes legpuzzel van fabrikant Cobble Hill, waarvan ik al twee fraaie vogelpuzzels in bezit had. Wat een mooie prent is dit van Greg Giordano. Een majestueuze reiger, een duidelijk aanwezig ego zou je van mensen zeggen. Omdat hij zo groot is afgebeeld, zijn verenkleed, kop en poten uitstekend zichtbaar. En dan zie je hoe mooi deze vogel is. Dat zou je bijna vergeten omdat hij zo algemeen is in Nederland. Een beetje aandacht voor de natuur om je heen, is direct een pleidooi voor het netjes omgaan met het gewone Hollandse landschap.

Vogeltjesalbum 8 (Haiku’s)
句
Zoals eerder gezegd, het is altijd tijd voor een nieuwe reeks Haiku’s over vogels en de natuur, nummer 8. Deze keer een variant met dezelfde startletter per regel. Niet omdat vogels saai zijn, in tegendeel, vooral vanwege de voorjaarspret.
Paartje ‘wilde’ eend
Paraderend in mijn tuin
Pipos, want soep-eend
Texel natuurlijk
Te samen ogen te kort
Tering veel vogels
Voorjaarswandeling
Vogelzang verpletterend
Vanzelf vrolijker
Glanzende kauwtjes
Gradaties zwart en zwarter
Gewoon gracieus