Home » Leden » Waarnemingen (Pagina 3)

Categoriearchief: Waarnemingen

Waarnemingen regio Delft zomer 2013

door Jan KoreneefHet weer in de zomer van 2013

Lepelaars in Bieslandse Bovenpolder'Een prima zomer: warmer dan normaal, zonnig en landelijk gemiddeld droog'. meldt Het KNMI. 'In elk van de drie zomermaanden, juni, juli en augustus viel minder regen dan gewoonlijk. Gemiddeld over het land viel 135 mm tegen 225 mm normaal (tijdvak 1981-2010). Soms bleef het lange tijd droog, zodat het landelijk neerslagtekort in de loop van de zomer met name in juli en augustus op de meeste dagen toenam. Het neerslagtekort is in augustus opgelopen tot circa 180 mm terwijl het verschil tussen neerslag en verdamping in deze tijd normaal 110 mm bedraagt. De gemiddelde zomertemperatuur is in De Bilt uitgekomen op 17,5 graden tegen 17,0 graden als langjarig gemiddelde. Vooral juli was warm. Deze maand leverde tussen 21 en 27 juli zelfs een landelijk hittegolf op die een week duurde. Een hittegolf is een periode van minsten vijf dagen in De Bilt met 25,0 graden of meer waarvan op minstens drie dagen 30,0 graden of meer is gemeten. Sinds de zomer van 2006 was er in Nederland geen hittegolf meer voorgekomen. Ook in augustus was het soms zeer warm, waardoor deze maand een gemiddelde temperatuur opleverde van 18,0 graden tegen 17,5 graden normaal. De Bilt registreerde deze zomer 24 zomerse dagen tegen 21 normaal en zes tropische dagen tegen vier normaal. De zon scheen gemiddeld over het land 673 uur tegen 608 uur normaal. Daarmee was het een zonnige zomer. Vooral juli en augustus waren zonnig, juni was wat minder zonnig. Het veelal warme, zonnige en droge weer leverde een groot aantal ADS-dagen (mooi-weerdagen) op. Het KNMI noteerde 27 mooi-weerdagen tegen 20 normaal in de zomer. Dat was voor de zomer het grootste aantal mooi-weerdagen sinds 2006 toen 28 mooi-weerdagen werden geteld.' Voor liefhebbers van uitgebreide weersbeschrijvingen en weersstatistieken zie de links:http://www.knmi.nl/klimatologie/maand_en_seizoensoverzichten/seizoen/zom13.html en http://www.knmi.nl/klimatologie/maand_en_seizoensoverzichten/maand/aug13.html

(meer…)

Waarnemingen regio Delft voorjaar 2013

door Jan KoreneefExtreem koud voorjaar

Voorjaar 2013 leek, vooral begin maart, een herhaling van 2011 te worden met droogte en veel zon. Hoe anders ging het in april met kou en natte omstandigheden. Het KNMI schrijft daarover: 'Daarna werd het geruime tijd vrij koud, somber en nat, het weertype waarmee april op de kaart werd gezet. De maandgemiddelde temperatuur van april kwam in De Bilt uit op 8,4 graden en was daarmee vrijwel gelijk aan het gemiddelde van de voorafgaande maand maart. Gewoonlijk is maart een stuk kouder maar dit jaar verliep die maand zeer zacht. Op 1 april werd in Deelen bij Arnhem nog ruim vijf graden vorst gemeten. Sommige weerstations boekten die maand zelfs nog negen vorstdagen. In mei kreeg het sombere en natte weer eerst nog een vervolg. Zelfs op 17 mei (na de IJsheiligen op 11, 12 en 13 mei) kwam het lokaal nog tot vorst. Daarna werd het warmer en op 22 mei noteerde ook het KNMI in De Bilt zijn eerste warme dag met meer dan 20 graden, de eerste van een serie van tien warme dagen waarmee mei afsloot'.

Verlate trek…:

Alle kou en oostelijke stromingen zorgden er voor dat vele vogelsoorten extreem laat uit hun winterkwartieren vertrokken. Zo weet Sovon over de verlate Kokmeeuw-trek op te merken: 'De voorjaarstrek van de Kokmeeuw speelt zich in normale tot zachte voorjaren vooral rond half maart af. Op 6 april zagen de trektellers heel veel Kokmeeuwen passeren, zoals te zien is op trektellen.nl. De meeste trek werd aan zee gezien, vaak in mooie groepen laag boven het water. Maar ook op sommige telposten in het binnenland werden duizenden trekkende Kokmeeuwen gezien, en dan vaak in hoge groepen, een al even fraai gezicht. De trek hield een groot deel van de dag aan. Dat de trek zo laat valt dit voorjaar. heeft natuurlijk van doen met de hardnekkige harde noordoostenwinden van de afgelopen weken; bij zulke harde tegenwind op trek gaan kost teveel energie. Dat de vogels op 6 april zo massaal op de wieken gingen, geeft aan dat de trekdrang groot moet zijn en tot een ontlading kwam. Overigens gingen ook Kieviten, Vinken en andere soorten massaal ervandoor.' Zelfs Ganzen die in normale winters al half februari vertrekken waren extreem laat. Uit Sovon nieuwsbericht van 8 april: 'Zondag bleek het een ideale dag voor Kolganzen te zijn om massaal richting het noordoosten te vertrekken. In totaal werden er 94.833 exemplaren geteld op trektelposten in ons land. De weersomstandigheden waren eindelijk gunstig. De trekbaan van de Kolganzen lag over de oostelijke helft van Nederland. Telposten op het Dwingelderveld en nabij Losser noteerden de hoogste aantallen, zie Trektellen.nl. Er stond nauwelijks wind, in tegenstelling tot de afgelopen weken, waarin er voortdurend een vrij stevige wind vanuit het (noord)oosten stond. Het gaf de Kolganzen de kans om de kaalgevreten graslanden te verlaten. Vaak vlogen ze erg hoog en waren ze lastig te zien in de blauwe lucht.. In de maand maart werden er meer Kolganzen geteld tijdens de watervogeltelling dan in die maand in de afgelopen twee voorjaren. De vertraagde wegtrek van met name Kolgans en Brandgans was een gevolg van de tegenwind en de lage temperaturen. Naar verwachting zal de wind de komende dagen naar het zuidwesten draaien en zal de uittocht van de ganzen een vervolg krijgen.' Op 9 april kregen ook de kleinere vogelsoorten massaal de trekdrang te pakken: 'Na enkele weken met veel tegenwind was het duidelijk dat ook de Vinken bij een draaiende wind massaal zouden gaan trekken. En dat gebeurde ook… Op 9 april kwamen de tellers op Breskens handen en ogen te kort. Er passeerden liefst 67.400 Vinken (samen met heel veel andere vogels), een enorm aantal, zeker voor het voorjaar. De trek barstte los na de passage van een regenfront met laaghangende bewolking. Toen dat rond 14.00 uur verdween, kwamen grote groepen Vinken langs, van laag boven de grond tot hoog in de lucht. Na een dikke twee uren van enerverende trek begon de bewolking op te lossen en verplaatste de trek zich naar de hogere luchtlagen, om tenslotte onzichtbaar te worden. (Bron: Sovon nieuwsbericht 10 april 2013).

Als laatste opmerking over de trek moet nog even gezegd worden dat door het natte verloop van de winter in de Sahel-zone veel van onze zomergasten goed opgevet aan hun trektocht zijn begonnen. Een eerste indicatie daarvoor is te vinden in de veelvuldigere meldingen van o.a. Gele Kwikstaart en Gekraagde Roodstaart in onze regio.

Spannende late start broedseizoen

De weersomstandigheden hebben vanzelfsprekend grote gevolgen voor het begin van het broedseizoen gehad. Zo zijn er in Friesland vóór 1 april maar 17 Kievitseieren gevonden. Zoals al beschreven in het winteroverzicht 2013 hadden veel weidevogels te lijden onder de barre weersomstandigheden in maart. Droogte en kou zorgden ervoor dat in maart de Kieviten twee maal op vorsttrek gingen. Door de achterstand in het groeiseizoen van ca. 3 weken in april en mei werd er dit jaar later gras gemaaid dan gebruikelijk. De hoop dat weidevogels iets van het barre voorjaar hebben kunnen compenseren is ijdel gebleken. Eind juni worden er bijvoorbeeld bijna geen jonge Grutto's op de verzamelplaatsen geteld. Bij de bespreking van de verschillende soorten zal wat meer aandacht worden besteed aan de effecten die het weer heeft gehad op de fenologie. Op 18 april meldt Sovon o.a.: 'Verschillende soorten mezen gaan dit jaar opvallend laat tot broeden over. Op de mailcirkel voor nestkastcontroleurs waren opmerkelijke berichten te horen. Henri Bouwmeester, die in Twente en op de Veluwe vele honderden nestkasten controleert, constateerde drie dagen geleden nog vrijwel geen nestbouw. Leo Ballering, eveneens goed voor een ongelooflijke partij nestkastcontroles, bevestigde het beeld voor oostelijk Noord-Brabant. Vorig jaar, na heel zacht weer in maart, was het merendeel van de nestkasten rond dezelfde tijd bezet en hadden al de nodige mezen eieren gelegd. Hetzelfde verhaal gaat op voor andere delen van het land, terwijl de Bonte Vliegenvanger (dit jaar veel later terug dan vorig jaar, althans in de Drentse onderzoeksgebieden van Christiaan Both c.s.) aan een verrassende inhaalmanoeuvre bezig lijkt te zijn'. Voor meer informatie over de gevolgen van de vertraagde lente en wat dat betekent voor de evolutionaire aanpassingen die o.a. bij Bonte Vliegenvangers de afgelopen 30 jaar, met steeds vroegere voorjaren, optraden een quote en link van Prof. dr. ir. Christiaan Both van de Rijksuniversiteit Groningen: 'Alles bij elkaar kan dit koude voorjaar de evolutionaire aanpassing van de soort vertragen. Dat is de paradox van deze situatie: het voorjaar valt nu op hetzelfde tijdstip als dertig jaar geleden, maar dat is juist slecht voor de soort: het draait de beginnende aanpassing weer jaren terug.' http://www.rug.nl/news-and-events/people-perspectives/opinie/2013/15-christiaan-both


(meer…)

Waarnemingen regio Delft winter 2012-2013

door Jan KoreneefWinterDe winter van 2013 is zowel meteorologisch, astronomisch, als gevoelsmatig op haar einde. Tijd om terug te kijken naar de waarnemingen van vogels in onze regio. Jan Koreneef doet dat op uitgebreide wijze. Hij legt de koppeling van het weer op het gedrag van vogels, weet als geen ander allerlei wetenswaardigheden over de diverse soorten te melden.

Hij vertelt over de Wilde en Kleine Zwanen, de Smienten, de Brandganzen, Lepelaars, Roerdompen, Roodhalsfuut, Pestvogels, Kraanvogels, Veldleeuweriken, en nog veel meer soorten passeren de revue.

Hieronder zijn verhaal (klik eventueel op “lees meer”)
(meer…)

Waarnemingen regio Delft herfst 2012

door Jan Koreneefdoor Jan K. te DInhoud

  1. Het weer in de herfst van 2012
  2. Trek
  3. Invasies
  4. Zwanen en Ganzen
  5. Eenden
  6. Patrijzen, Reigers, Ooievaars en Lepelaar
  7. Futen en roofvogels
  8. Rallen en Kraanvogels
  9. Plevieren en Steltlopers
  10. Meeuwen, Sterns, Koekoek, Uilen, IJsvogel en Spechten
  11. Leeuweriken, Zwaluwen, Piepers en Kwikstaarten
  12. Pestvogels en lijsters
  13. Zangers
  14. Mezen, Boomklevers, Kraaien, Vinken
  15. Exoten en escapes
  16. Statistiek en cijfers


Het weer in de herfst van 2012

De metereologische beschrijving van deze herfst is dit keer kort: zonnig en aan de droge kant, en vrijwel normale temperatuur. De gemiddelde temperatuur over de drie herfstmaanden was met ca. 10,5 °C vrijwel gelijk aan het langjarige gemiddelde van 10,6 °C. September ging vrij warm van start. Later in september was het over het algemeen koel voor de tijd van het jaar. Vanaf half oktober werd het dankzij een zuidelijke stroming een aantal dagen zeer zacht. De Bilt noteerde op de 19 en 22 oktober de twee laatste warme dagen (maximumtemperatuur 20,0 °C of hoger) van het jaar. Het totale aantal warme dagen deze herfst bedroeg er tien tegen twaalf normaal. In totaal werden in De Bilt gedurende de herfst zeven vorstdagen (minimumtemperatuur lager dan 0,0 °C) geregistreerd, precies het normale aantal.

De maand november kende geen thermische uitschieters en eindigde met een gemiddelde temperatuur van ca. 6,9 °C tegen een langjarig gemiddelde van 6,7 °C.

Gemiddeld over het land viel er ca. 215 mm neerslag tegen 243 mm normaal. Van de afzonderlijke maanden waren september en november droog met gemiddeld over het land 60 en 50 mm regen tegen 78 mm, respectievelijk 82 mm normaal. Oktober was juist nat met 106 mm tegen 83 mm normaal.

Deze herfst had verder weinig onstuimige dagen. Met gemiddeld over het land ca. 350 zonuren tegen een langjarig gemiddelde van 320, was de herfst zonnig.

Het zonnige karakter was voornamelijk te danken aan september. De zon scheen toen 175 uren tegen 143 normaal. In zowel oktober als november week het aantal uren zonneschijn niet veel af van het langjarig gemiddelde. In oktober scheen de zon 109 uren, in november ca. 65 uren. De langjarige gemiddelden bedragen 113, respectievelijk 63 zonuren.(Bron: KNMI). Voor meer informatie over het weer deze herfst: http://www.knmi.nl/klimatologie/maand_en_seizoensoverzichten/seizoen/her12.html en http://www.knmi.nl/klimatologie/mow/ (Maandoverzicht van het weer in Nederland (MOW)).

KoperwiekTrek

In het Zweedse Falsterbo zijn dit najaar recordaantallen vogels geringd. 2012 is in grote delen van Noord- en Oost-Europa een zeer slecht jaar voor Beukennoten een zgn. slecht 'mastjaar'. Door de verslechterde voedselsituatie gaan vele vogels op zoek naar betere omstandigheden. Het gevolg is een 'eruptie' van Koolmezen, Zwarte Mezen, Pimpelmezen, Gaaien e.d. Zo werden er 18.883 Pimpelmezen in Falsterbo geringd. Op trek geteld werden daar alleen al 285.450 Pimpelmezen. En wat te denken van 2.442.950 Vinken? Helaas voor ons trokken deze grote aantallen, mede door de veelvuldige gunstige trekdagen voor vogels, voor de hoofdmoot door Midden-Europa of in een breed front door het binnenland. SOVON meldt in een persbericht van 31 oktober 2012 het volgende: 'Oktober 2012 zal de trektellers blijven heugen om o.a. de enorme aantallen Vinken. Inmiddels lijkt de golf wel voorbij te zijn. De Vink behoort jaarlijks tot de talrijkste doortrekkers in Nederland. Maar oktober 2012 bakte ze wel erg bruin. Trektellers zagen ruim 3,3 miljoen Vinken passeren. Dat is duidelijk meer dan vorig jaar (ruim 2,9 miljoen). Het meest bijzondere was echter de verdeling. Gewoonlijk worden de meeste vinken gezien langs de Hollands-Zeeuwse kust, een gevolg van stuwing. Ditmaal ontliepen de aantallen aan de kust en in het binnenland elkaar soms weinig. Dag maxima van 50-75.000 Vinken zoals in de Dordtse Biesbosch, bij Kinderdijk, Weert en op De Hamert: voor het binnenland ongekend. Toch had ook nu weer een telpost aan de kust het absolute record: Den Haag met een duizelingwekkende 112.000 ex. op 19 oktober. De ongewone verdeling over het land heeft misschien te maken met de hardnekkige regengebieden die de kusten dagenlang teisterden. Los daarvan is het gewoon een heel goed najaar voor Vinken, niet alleen bij ons maar ook bijv. bij Falsterbo (Zuid-Zweden). Het massale optreden valt samen met grote aantallen doortrekkende Kool-, Pimpel- en Zwarte Mezen. Blijkbaar is voedsel (zaden) schaars in een groot gebied. Inmiddels is de vinkenstorm geluwd, al zal november wel een staartje brengen. Wat van de vinken (en mezen) bij ons blijft hangen, zal blijken uit de Punt-Transect-Tellingen die Sovon jaarlijks in december organiseert'. Bij trektelpost 'De Vulkaan' was op 19 oktober sprake van gestuwde trek met aantallen van 4.000 Koolmees, 80.000 Spreeuw en 25.000 Koperwiek als dag resultaat.

Invasies

De invasie van Noordelijke en Oostelijke Mezen begon al vroeg met een influx van Zwarte Mees. In de eerste week van september werden in de Delftse regio de eerste exemplaren gemeld. Rond 20 september werd bij ons de piek in aantallen bereikt. Tot in tuinen en de Delftse binnenstad toe kon je exemplaren horen roepen. Op 5 november weet SOVON het volgende te melden: 'De laatste weken is ons land overspoeld door koolmezen. Vogelaars telden in de maand oktober bijna 80.000 koolmezen en gaven deze door via de website Trektellen.nl. Het gaat om een van de grootste koolmezeninvasies ooit. Oorzaak: het grote tekort aan beukennootjes en andere boomzaden in de bossen van Noordoost-Europa. Om te kunnen overwinteren, zijn de mezen afhankelijk van het aanbod van noten en zaden in het bos. Dit aanbod varieert per winter. In zogenaamde mastjaren zetten bomen veel vruchten en zaden af. Zo was 2011 een erg goed jaar voor de beuk. Omdat de koolmees verzot is op beukennoten, profiteerde de soort daar volop van. Dit jaar is juist een erg slecht beukennotenjaar. Ook zijn er weinig andere boomzaden in het bos te vinden. Koolmezen, maar ook andere mezen, hebben massaal gereageerd op deze schaarste. In september waren de eerste tekenen van de uittocht uit het noordoosten al zichtbaar. Vooral de zwarte mees werd in deze maand in flinke aantallen in ons land gezien. Net als de koolmees reageerde deze mezensoort op het sterk verminderde voedselaanbod. Nadat vanaf begin oktober de aantallen zwarte mezen afnamen, trok de koolmees ons land binnen. Op 18 oktober werd een recordaantal van 6109 exemplaren geteld bij op vogeltrektelpost Kamperhoek in Flevoland. Vogeltellers maakten ook in de dagen daarna melding van grote groepen koolmezen die langstrokken. Ter vergelijking: in oktober 2011 telden vogeltrektellers nog geen 7.000 koolmezen in Nederland. De koolmezen komen, in tegenstelling tot veel andere zangvogels die door ons land trekken, waarschijnlijk niet uit Scandinavië. Uit telgegevens van vogeltrektelpost Falsterbo in het zuiden van Zweden blijkt namelijk dat de aantallen koolmezen daar niet uitzonderlijk hoog waren. Door de massale intocht belandden er ook ruim 10.000 koolmezen in de netten van Nederlandse ringers. Van de gevangen koolmezen bleken enkele exemplaren eerder dit najaar in de Baltische staten zijn geringd. Dit suggereert dat de koolmezen vooral vanuit het noordoosten ons land binnentrokken. Hoewel veel koolmezen ons land alweer verlaten hebben, zal een deel waarschijnlijk achterblijven. Dan worden de vetbollen en voedertafels binnenkort opvallend drukbezocht.

Kleine Zwaan in de VockestaertZwanen en Ganzen

De eerste Kleine Zwanen in de regio werden pas laat gezien (18 november). Ook op het moment van schrijven van dit stuk (begin januari 2013) zijn zij niet talrijk aanwezig in de polders. Uitzonderlijk grote aantallen (meer dan 4.000 exemplaren) worden wel gemeld in de Randmeren (Veluwe / Flevoland)) en het Noorden van het land. Eindelijk is er ook weer eens positief nieuws over deze soort, waarvan de wereldpopulatie al 15 jaar afneemt, te melden: een goed broedseizoen met ca. 14% juvenielen. Toendrarietgans werd slechts eenmaal gemeld, zolang er geen winter van betekenis is komt deze soort niet zo snel in onze buurt overwinteren. Kleine Rietganzen kwamen met enkele honderden in de geijkte polders voor. Door klimaatverandering en wijziging van het jachtregime in Denemarken komt deze soort steeds minder vaak en korter naar het Zuidwesten. Begin januari 2013 was er al terugtrek aan de kust naar het Noorden vanuit de 'vaste overwinteringsgebieden' in Vlaanderen. Ook de pleisterplaatsen in Friesland raken steeds meer in onbruik. De trend is duidelijk in de richting van overwintering in Denemarken en Noorwegen / Zweden. Als ze hier (korte) zijn dan is het dus raadzaam om er maar snel van te genieten. Vermeldenswaard zijn de wat uit koers geraakte Rotganzen (trekken meestal over zee en langs de kust) die op 1 september boven de wijk Voorhof naar het Zuiden vlogen.

Eenden

Ook bij veel soorten eenden is een tendens zichtbaar om steeds dichter bij hun broedgebieden in Noordoosten van Europa te overwinteren. Zolang de Oostzee niet dichtvriest (en dat gebeurt steeds minder vaak) trekken de typisch Noordelijke eenden als Nonnetje, Grote Zaagbek, ('echte') Wilde Eend en zelfs Smienten niet of in minder grote aantallen naar onze streken. Soorten als Slobeend en Wintertaling blijven, zolang het niet vriest, juist bij ons hangen en dat blijkt ook in onze regio uit de waarnemingen en gemelde aantallen. Een mooie waarneming in de besproken periode is die van 7 Zomertalingen in de Ackerdijkse plassen en de 8 overvliegende Grote Zaagbekken bij begraafplaats Hofwijk.

Grote ZilverreigerPatrijzen, Reigers, Ooievaars en Lepelaar

Patrijs werd in de afgelopen periode slechts één keer gemeld in de Harnaschpolder. 2013 is het jaar van de Patrijs voor SOVON. Zoals ik het inschat gaat dat jaar in onze omgeving een rampjaar worden waarin we waarschijnlijk slechts de definitieve regionale verdwijning van de soort kunnen vaststellen. De populatie die afhankelijk was van het zandlichaam van de A4 zal waarschijnlijk geen goed heenkomen hebben kunnen vinden, de Harnaschpolder wordt rap bebouwd en op regulier grasland is geen overleving mogelijk. Leuke meldingen waren de Kwartel (met foto) bij de Wollebrand / Griendplas en de Koereiger in de Vlaardingse Vlietlanden. Grote Zilverreigers waren weer volop aanwezig en zetten hun opmars voort. De verhouding Grote Zilverreiger / Blauwe Reiger in het buitengebied staat inmiddels op 1:1,5. Dit najaar waren er max. 19 Ooievaars die niet de noodzaak voelden om op trek te gaan of de gok van het hier overwinteren nemen. Lepelaars voelden de trekdrang wel en het sterkst op 19 september toen er tot 47 exemplaren op trek naar het Zuidwesten werden gemeld. Roerdomp werd op enkele plaatsen gemeld. Nog niets eens zo heel weinig gezien het zachte weertype. De laatste Purperreiger werd op 27 oktober gezien.

BuizerdFuten en roofvogels

Dodaars zijn bezig met een langzaam herstel na de afgelopen wat zwaardere winters. In Berkel en Rodenrijs werden er zelfs max. 12 geteld. In hetzelfde gebied en in de Ackerdijkse Plassen werden op beide locaties 2 Geoorde Futen gemeld. De roofvogeltrek is onze streek door de geografische ligging nooit zo bijzonder. Ook dit jaar is daarop helaas geen uitzondering. Kregen we in 2011 nog een staartje van de uitzonderlijke goede roofvogeltrek mee (o.a. Ruigpootbuizerd), dit jaar was het weer 'gewoon'. Een paar van de betere 'kruimels' waren 2 keer een Rode Wouw en Wespendief en 3 maal een Smelleken. In september is een kleine opleving in het aantal (doortrekkende) Boomvalken te zien.

Rallen en Kraanvogels

Waterrallen waren, met een beetje geduld, weer op de meest onwaarschijnlijke plaatsen krijsend te horen. Het Porseleinhoen werd twee keer opgemerkt: in de Ackerdijkse Plassen en in de Wollebrand / Griendplas. Op 21 oktober landden drie Kraanvogels in de Ackerdijkse plassen om er de nacht door te brengen. Voor ons een spectaculaire verrassing!

Plevieren en Steltlopers

In het overzicht zijn wat waarnemingen te vinden van late / laatste exemplaren van o.a. Kluut, Kleine Plevier, Bontbekplevier, Grutto, Bosruiter en Oeverloper. Het zijn vaak geen grote aantallen maar voor de fenologie zijn het hele waardevolle meldingen. Blijven melden zou ik zeggen! De enige Zwarte Ruiters werden op 3 september in het Vockestaert-gebied ten Noorden van Schiedam / Vlaardingen gezien. Het schuwe en geheimzinnige Bokje werd meerdere keren gemeld, het blijven gelukkige toevalstreffers of je ze wel of niet te zien krijgt. In de periode 4 t/m 16 november wordt in de statistiek een 'influx' van (doortrekkende) Houtsnip zichtbaar.

Meeuwen, Sterns, Koekoek, Uilen, IJsvogel en Spechten

Op 4 september weet Ferry van der Lans een Geelpootmeeuw te spotten bij de Bergboezem in Berkel en Rodenrijs. Een zilte verrassing in de vorm van een overvliegende Grote Stern was er in het centrum van Delft. De laatste Koekoek voor 2012 in onze regio werd in op 17 september gezien. Ransuilen komen steeds minder voor. Op een traditionele roestplaats is het maximale aantal nu 8 exemplaren. In januari 2011 werden er nog 32 exemplaren gezien. Kerkuil werd slechts een keer opgemerkt. De soort heeft een complexe broedbiologie (ze kunnen middenin de winter gaan broeden als er genoeg voedselaanbod is (muizen)) en heeft nogal wat lijden gehad van de voorafgaande 'winters'. Met de Bosuil lijkt het goed te gaan: aardig wat waarnemingen uit verschillende gebieden stemt mij positief. Gelukvogels zagen in totaal 3 keer een Velduil in de regio. IJsvogels werden nog minder gezien dan in het najaar van 2011. Van een begin van herstel van de populatie in onze regio is, afgaand op de meldingen, nog geen spoor te zien. Het is afhankelijk van het weertype deze winter of 2013 het jaar zal zijn van populatieherstel en verspreidingsgroei van de IJsvogel. De droom van iedere Delftse vogelaar kwam op 3 september uit voor Peter Jacobs: een Draaihals in de tuin en ook nog poseren voor de foto. Een felicitatie waard! Het was tevens de enige gemelde Draaihals in het najaar in de regio.

Leeuweriken, Zwaluwen, Piepers en Kwikstaarten

Met 400 trekkende Veldleeuweriken op 19 oktober steekt Delft wat schril af tegen de trektelpost bij Kinderdijk. Daar werden op 18 en 19 oktober 23.000 Veldleeuweriken geteld. De drie gemelde Boomleeuweriken bij ons vallen daarbij zelfs geheel in het niet. Boerenzwaluw en Huiszwaluw werden het laatst gemeld op 25 resp. 17 oktober. Dit zijn uitzonderlijke late meldingen. Just Palm had baat bij zijn volhardende vogelaarsbloed en wist op 16 september twee overvliegende Duinpiepers op te tekenen. Een hele goede soort! Waterpiepers waren met max. 21 exemplaren in het Vockestaert-gebied ten Noorden van Schiedam / Vlaardingen goed vertegenwoordigd. De laatste Gele Kwikstaart vloog op 12 september over. Zo'n beetje samen met de eerste trekkende Grote Gele Kwikstaarten waarvan in oktober de nodige (nog) pleisterende exemplaren werden gemeld.

Pestvogels en lijsters

Pestvogels, invasiegast bij uitstek, leken niet alleen achter te willen blijven in de bossen van Noordoost Europa en vlogen de Pimpel- en Zwarte Mezen, met enige vertraging, achterna. Tussen 6 en 11 november werden in de regio de grootste aantallen gemeld (max. 21 exemplaren). De voedselsituatie in o.a. de duinen is dit jaar niet erg florissant (o.a. door de natte zomer) en veel trekvogels zijn dan ook verder doorgetrokken. Ook Kramsvogels en Koperwieken zijn in erg lage aantallen bij ons gebleven om te overwinteren. Opvallend is het tamelijk hoge aantal meldingen van Gekraagde Roodstaart. Ook in Falsterbo zijn er dit najaar veel geringd. Het lijkt er op dat de soort een goed Scandinavisch broedseizoen achter de rug heeft en ook wij hebben daar de vruchten van mogen plukken in de vorm van meer waarnemingen. De Zwarte Roodstaart probeert stand te houden in de bekende 'stadsontwikkelingsgebieden', het aantal meldingen is dit najaar aangevuld met wat doortrekkende exemplaren. Roodborsttapuit werd trekkend op meerdere plaatsen gezien. Het 'bolwerk' blijft echter het Kandelaar-gebied en het Vockestaert-gebied ten Noorden van Schiedam / Vlaardingen. Paapjes kun je zo'n beetje overal tegenkomen. De hoge aantallen die vroeger op het zandlichaam A4 werden aangetroffen zijn echter verleden tijd. Voor de Tapuit is het wegvallen van dit gebied dramatisch zichtbaar geworden. Waren er in 2011 nog 19 exemplaren die in het najaar van dit gebied gebruik maakten, nu is het hoogste aantal in de overgebleven gebieden max. 6 exemplaren.

Zangers

De voorzitter a.i. van de Vogelwacht Delft e.o. was op 16 september een zeer gelukkig man. In het compensatiegebied N470 had hij een heuse (late) Waterrietzanger! Laat waren een Snor op 1 september, een Kleine Karekiet op 21 oktober, een Grasmus op 10 oktober en een Rietzanger op 2 september. Bladkoning werd door Gerard Beerden op 16 oktober opgespoord op begraafplaats Hofwijk en op 19 oktober door Ben van As in het Abtswoudse bos – midden.

Mezen, Boomklevers, Kraaien, Vinken

Samen met de overige Mezensoorten trekken altijd wel een paar Witkop(pige) Staartmezen mee. Dit najaar was het geen invasie te noemen. Slechts één melding van een zuivere Witkopstaartmees en 3 van Witkoppige Staartmees. In het overzicht komt wel de invasie van Zwarte Mezen tot uitdrukking. In de Delftse regio met maxima van enkele tientallen exemplaren. In de Hoekse Waard werden op een trektelpost vele honderden per dag geteld. Enkele Baardmannen waren in het gebied ten Noorden van Schiedam / Vlaardingen van 8 oktober tot 18 november te vinden. Matkop wordt alleen gemeld vanuit de Broekpolder. Zitten ze nog in de Ackerdijkse plassen? Boomklevers breiden met het ouder worden van de bomen in de regio hun leefgebied steeds verder uit. Waren Boomklevers tot voor kort vooral te vinden bij begraafplaats Hofwijk, zo zijn ze nu ook te vinden in Tanthof (melding van Len de Vries en Eveline en Jan Vogelaar), Technopolis en de TU-wijk.

In berichten over de trends in de vogelstand duidt SOVON deze ontwikkeling als 'het zeldzame wordt steeds zeldzamer, het gewone steeds gewoner'. Ik vermoed dat wij als vogelaars er geen bezwaar tegen dat de Boomklever in Delft wat 'gewoner' wordt.

Van 26 oktober tot en met 22 november waren (net als in januari van dit jaar) Buidelmezen te zien in het Vockestaert-gebied ten Noorden van Schiedam / Vlaardingen. Velen gingen naar het gebied om daar max. 5 exemplaren te 'scoren'. Fotogeniek als ze zijn is er het nodige gefotografeerd. Gaaien trokken leuk door, vaak in groepjes van enkele tientallen exemplaren. Bij Schipluiden pleisterde een groep van max. 5 Roeken. Van grote trekgroepen Keep, Vink of Sijs was, zoals al eerder vermeld, in onze regio geen sprake. Barmsijs was zelfs uitermate schaars, het uitblijven van kou (ook in het Noordoosten van Europa) zal hier een factor van betekenis zijn. Bijzonder is de melding van 8 overvliegende Kruisbekken door Ferry van der Lans in de Harnschpolder. In de Broekpolder wordt Appelvink gemeld en in het Abtswoudse bos – midden, Goudvink.

Exoten en escapes

Olga Lemmen meldde aan de Dwarskade van Nootdorp/ Den Haag een Mandarijneend. Rosse Stekelstaart wordt, als vanouds, gemeld uit het Kraaiennest. Twee 'echte' escapes betreffen waarschijnlijk de gemelde Valkparkiet en Oranje Wever.

Statistiek en cijfers

In totaal werden in de periode 1 september t/m 30 november 6.332 (2011: 7.787) waarnemingen door 218 (2011: 239) individuele vogelaars aan de Delftse waarnemingensite toegevoegd. Er werden in deze periode 168 (2011: 193) vogelsoorten gezien. De Grote Zilverreiger heeft de eerste plaats terug gepakt van de Buizerd wat betreft het aantal meldingen, resp. 308 en 275 maal (hoogste aantal meldingen per soort). Ooievaar werd 208 en Torenvalk 177 keer gemeld. De topdrie van soorten waarvan de meeste exemplaren zijn gezien (cumulatief): Kolgans 16574 ex.; Spreeuw 11513 ex. ; Kievit 10737 ex. Smient (ooit nr. 3) staat nu op plaats 6 met 5824 ex. (2011: 8591 ex.; 2010: 13081 ex.). De Goudplevier (plaats 4, stond op 5 in 2011) laat een terugval in aantal gemelde exemplaren zien: 6436 ex. (2011: 10984 ex.; 2010: 5913 ex.). De zachte weersomstandigheden en de reactie die verschillende soorten daarop geven blijken uit dit soort cijfers overduidelijk. Vooral Smient laat een duikeling zien. Overigens laten ook Kolgans een Spreeuw een halvering in totale (cumulatieve) aantallen in vergelijking met 2011 zien. Van Kievit wordt zelfs 2/3 minder gemeld dan in 2011. Al dit soort cijfers en berekeningen moeten wel met de nodige slagen om de arm worden gelezen. Als meer waarnemers dezelfde groep vogels doorgeven dan vertekent dat het cijferbeeld (cumulatie), dat wil echter niet zeggen dat de trend hier niet zou uit zijn af te leiden.

Het is een matig najaar geweest voor de Delftse (trek)vogelaar. De grote aantallen vogels lieten zich door het mooie weer maar af en toe in de lagere luchtlagen zien en trokken over een breed front door Europa. Daarnaast lijken de gevlogen van klimaatverandering door te zetten waardoor het moeilijker wordt om voorheen hier overwinterende soorten te zien. Veel soorten blijven in het Noordoosten van Europa hangen in afwachting van, een steeds onwaarschijnlijker wordende, koude inval later in het (nieuwe) jaar.

U kunt online op de hoogte blijven van gespotte vogelsoorten in de Delftse regio op onze waarnemingensite: http://vwgdelft.waarneming.nl/index.php. Mailen van uw waarnemingen kan naar: waarneming@vogelwachtdelft.nl.

Waarnemingen regio Delft zomer 2012

door Jan Koreneef

Ook voor mij is het schrijven van het een stukje zonder er een overzicht van de waarnemingen bij te voegen even wennen. Om de overgang niet al te abrupt te laten zijn is een uiterst korte lijst met alleen absolute hoogtepunten en interessante soorten bijgevoegd. Ook het overzicht met namen als blijk van waardering aan de (trouwe) melders zit er bij. Overigens zijn de overzichten van de meldingen terug te vinden op deze site.

Natte zomer - daar wordt niemand blij vanHet weer

Laat ik voor de rest toch maar het geijkte patroon volgen door te beginnen met het bespreken van het weer van zomer 2012. Hoewel niet zo extreem als verleden jaar was ook 2012 een zomer om snel te vergeten. Het KNMI weet hierover te melden: 'De meteorologische zomer was nat en bood zeer wisselvallig weer. In tegenstelling tot de koele juni en juli was augustus een warme maand. De plussen en minnen opgeteld levert dat een normale gemiddelde zomertemperatuur op. De Bilt berekent over de afgelopen drie maanden 16,9 graden tegen 17,0 graden als langjarig gemiddelde over het tijdvak 1981-2010. Augustus was met gemiddeld 18,5 graden ongeveer een graad warmer dan normaal. Het aantal zomerse dagen bleef achter bij de normale aantallen. Het KNMI noteerde in De Bilt 16 zomerse dagen (25,0 graden en warmer) tegen 21 dagen normaal en twee tropische dagen tegen vier normaal. De warmste dag was 19 augustus toen ons land een tropisch weekeinde beleefde en het nationaal hitteplan van kracht werd. De zomer was echter zeer koel begonnen met op 2 juni een minimumtemperatuur van 1,0 graden in Twente. Op 3 en 4 juni werd het op de meeste plaatsen niet warmer dan 9 tot 11 graden, de koelste zomerdagen sinds 1975. Alle maanden van de afgelopen zomer waren te nat met een vijftal dagen waarop wateroverlast is gemeld. De laatste dag van de zomer was zeer onstuimig met en harde tot stormachtige wind en vooral in het noordwestelijk kustgebied veel regen. Augustus was een zonnige maand met 25 uur meer zon dan normaal maar in juni en juli liet de zon vaker verstek gaan. Landelijk gemiddeld berekende het KNMI 619 uur zon tegen 608 uur normaal. De noordwestkust kreeg de meeste zon, in de Kooy bij Den Helder scheen de zon 697 uur, terwijl Deelen op de Veluwe is uitgekomen op 552 uur zon.' Voor liefhebbers van uitgebreide weersbeschrijvingen en weersstatistieken zie de links: http://www.knmi.nl/klimatologie/maand_en_seizoensoverzichten/seizoen/zom12.html en http://www.knmi.nl/klimatologie/maand_en_seizoensoverzichten/maand/aug12.html

(meer…)

Naar Geluiden

Bijzondere waarnemingen in regio

→ zie kaart

Uit het jaaroverzicht 2023

... meer informatie over het jaaroverzicht ...

Activiteiten

apr
24
wo
19:30 Cursus “Vogels kijken voor begin...
Cursus “Vogels kijken voor begin...
apr 24 @ 19:30 – 22:00
De cursus voor 2024 is al helemaal vol. Eventuele aanmeldingen komen op de wachtlijst. Na de enthousiast bezochte cursus Vogels kijken voor beginners in het voorjaar van 2023, pikken Toine Andernach en Hans de Winter … Lees verder
apr
26
vr
19:00 Avondexcursie Vockestaert: Op zo...
Avondexcursie Vockestaert: Op zo...
apr 26 @ 19:00 – 21:00
Rondje Vockestaert, op zoek naar de blauwborst Vrijdagavond 26 april, fiets- wandelexcursie Start: Begin fietspad langs Abtswoude (kruising Abtswoude met Nieuwe Mantjeskade) van 19.00 uur tot 21.00 uur. Informatie en aanmelden op donderdagavond 25 april … Lees verder
apr
27
za
07:00 Excursie bij de cursus “Vogels k...
Excursie bij de cursus “Vogels k...
apr 27 @ 07:00 – 10:00
Excursie voor de deelnemers aan de cursus “Vogels kijken voor beginners”.
07:00 Fietsexcursie Broekpolder/Vlietl...
Fietsexcursie Broekpolder/Vlietl...
apr 27 @ 07:00 – 15:00
De Ruigte, gebied in de Broekpolder Zaterdag 27 april, 7.00 uur, fietsexcursie Start: Korftlaan tegenover de Papaver Informatie en aanmelden op donderdag 25 april tussen 19.00 en 21.00 uur bij Alfred Pellemans. Tel: telefoonnr De … Lees verder
07:00 Voorjaarswandeling Delftse Hout
Voorjaarswandeling Delftse Hout
apr 27 @ 07:00 – 10:00
Data: Vijf zaterdagen van 30 maart t/m 27 april, 07.00 uur Aanmelden: is niet nodig. Start: Korftlaan tegenover de Papaver Met de komst van de lente worden er in De Delftse Hout vijf wandelingen georganiseerd door … Lees verder

Thank you for your upload