Home » Werkgroepen » Roofvogels en uilen
Categoriearchief: Roofvogels en uilen
Nieuw voor de Kerkuil
Mogelijk komt de kerkuil aan zijn naam doordat de broedvogels een plekje vonden in een kerktoren. Er was een flinke populatie in het noorden van ons land waar hoge bedrijfsgebouwen van boerderijen ook in gebruik waren genomen. Inmiddels hebben ze zich over het land verspreidt en zijn ze mede door onze faciliteiten ook aan het broeden geslagen in ons verzorgingsgebied. In de oude boerenschuren was altijd wel een opening om binnen te komen en daar vinden ze onze uilen kasten. Deze oude gebouwen worden echter steeds vaker afgebroken en dan verzinnen we een alternatief. Zo is een een broedlocatie in een aanbouw met asbest dak dat echt wel weg moet. Daarom hebben we een nieuwe broedkast gemaakt die ook buiten geplaatst kan worden. Uiteraard volledig bestand tegen de regen en de voorkant in delen uitneembaar. De onderste plank om eenvoudig te kunnen schoonmaken en de bovenplaat om de uilen er uit te halen, te monitoren en te ringen. Wordt binnenkort geplaatst door het Roofvogels en uilen team.
Goed slechtvalkennieuws
De gierzwaluwen vliegen moeiteloos rond de toren maar de jonge valken hebben voorlopig nog het nakijken, met zijn vieren op het rooster in de ochtendzon.
Juveniele Ransuil
Sinds enige tijd hebben we goede contacten met de Rijswijkse golfclub. We heb er 10 spreeuwenkasten geplaatst. Het is de bedoeling dat er meer spreeuwen komen en dat dit de schadelijke emelten (langpootmug) opruimen. Er staat ook een sponsoring tegenover. Deze week werden we benaderd door de manager omdat er een hulpeloos uiltje was gevonden. Het juveniele ransuiltje kon niet vliegen en werd stevig belaagd door meerkoeten en kauwen. Met John Kleijweg ben ik er naar toe gegaan. Het uiltje maakte een futloze indruk en was vermagerd. We hebben er wat vocht en rauwe tartaar in gestopt en dat werkte vrij snel. Op de vindplaats vonden we het verlaten ouderlijk nest en nog twee uiltjes. John heeft ‘m weer teruggeplaatst in de boom en daar zal het wel goed komen. Op de foto de vondeling en een broertje of zusje. Die is wat verder in ontwikkeling, wat je kan zien aan de oortjes.
Jaarverslag 2016 – werkgroep Uilen
De winter van 2015-2016 was wederom zacht.
Maakte er vorig jaar maar één paartje Bosuilen gebruik van onze kasten, dit jaar broedde er niet één in onze kasten. Wel jammer, want het is altijd best spannend wat je aan zult treffen in je kasten .
Maar zo gauw de jonge Bosuilen eind maart uit hun beschermde boomholte komen en beginnen te bedelen bij hun ouders, worden ze meestal wel opgemerkt . Ook dit jaar kwamen vanuit alle hoeken meldingen binnen. Op de volgende locaties hebben ze gebroed: nabij de Iepenhof, het Hertenkamp, het Bieslandse bos en aan de Noordeindseweg. Één van de jonge takkelingen van de Iepenhof werd nog in het vogelasiel gebracht, deze is later helaas toch dood gegaan.
Dus toch weer 4 broedpaar in en rond Delft.
Het aantal Steenuilen in mijn telgebied bleef gelijk op 12 territoria, waarvan 8 paar succesvol waren. Deze hebben samen 28 vliegvlugge jongen grootgebracht, iets meer dan voorgaande jaren.
In totaal telden we in Midden Delfland e.o. ruim 25 broedparen van de Steenuil.
De Kerkuil deed het dit jaar weer voortreffelijk in Midden Delfland e.o . : 7 paren hebben jongen grootgebracht, ongeveer de helft van de jonge Kerkuilen zijn door onze ringer Rinse van Vliet geringd, evenals een gedeelte van onze Steenuilen.
Als extra activiteit hebben we weer meerdere scholen blij gemaakt met uilenballen. Het uitpluizen van deze uilenballen is altijd een leuke en leerzame bezigheid voor de kinderen.
De Dwergooruil van 1970
Afgelopen week ontvingen wij onderstaand bericht. Hiermee is een wellicht allang vergeten mysterie na vele jaren eindelijk opgelost.
Geachte dames, heren
Ik sprak deze week met de heer Zweekhorst, naar aanleiding van een berichtje dat ik op internet las. Het ging over een verhaal dat in 2013 de kop opstak, bij de Vogelwacht Delft. Er was in 1970 een dwergooruil gesignaleerd en gemeld bij de Vogelwacht. Dat verhaal klopt, zie mijn krantenberichtje uit 1970. Maar het was helaas geen wilde vogel, die op eigen kracht naar Delft was gevlogen. Ik was in 1969 in Kroatië (toen nog Joegoslavië), ik logeerde op het platteland, in Tomis. Daar werd een uilennest geruimd. Zoals dat waarschijnlijk toen gebeurde, werd het nest op het erf gegooid, met jongen en al. Van de ouderuilen was geen spoor te bekennen. De jongen hipten verward in het rond, ik heb er nog dia’s van gemaakt. Erg zielig, en ik besloot om één van de jongen mee te nemen naar huis (Delft). Wat er van de andere twee jongen geworden is weet ik niet. Ik maakte een kleine kooi van latjes, een kooitje dat net in mijn tanktas paste. Onderweg kreeg het uiltje stukjes vlees en lever, en water te drinken. Ik reed in twee dagen naar huis, daar maakte ik een grote kooi, een kubus van een meter in het vierkant van latjes en gaas. Op mijn studentenkamer aan de Verwersdijk hield ik de uil, later mocht hij (of zij) vrij rondvliegen, de uil zat overdag roerloos op een schilderijlijst, en werd ’s avonds actief. Ik leerde hem van mijn hand meelwormen pakken. De uil was heel tam, ik kon hem aan zijn snavel optillen, en een bijkomstigheid was dat hij overdag allerlei spullen opslokte zoals elastiekjes en zo, en die op een bepaald moment allemaal weer uitbraakte. De kat hield hij scherp in het oog, vloog naar veilige afstand om de poes diep in de ogen te kijken. Helaas is de uil in het voorjaar van 1970 weggevlogen, toen ik op vakantie was, en degene die voor het beest zorgde even het raam had opengezet. Enkele maanden later verscheen het berichtje in de krant (ik geloof de Delftse Post) zodat de uil in elk geval enkele maanden zichzelf heeft gered. Bij de familie Eyben is ze aan komen vliegen, en ik denk in de buitenstaande vogelkooi gaan zitten. Eén van mijn huisgenoten heeft destijds nog opgebeld naar de Vogelwacht, om te informeren, maar daar werd gezegd dat de vogel losgelaten was omdat die gezond was.
Ik stuur ook een paar foto’s op. De eerste zijn de drie dwergooruiltjes op het erf in Kucice Joegoslavië, zomer 1969.De tweede en derde zijn foto’s van het grootste uiltje dat ik meenam, op de Verwersdijk in mijn studentenkamer. De vierde foto is van het krantenknipsel in 1970. Ik vraag wel vriendelijk om bij publicatie mijn naam te vermelden, bij foto’s en tekst: Gerben Ferwerda.
N.B.: Ik zag op https://www.dutchavifauna.nl/record/4576 ook een melding van de waarneming in 1970. Ik kan het doorgeven, maar het is misschien beter als uw vereniging dat doet, omdat die de melding heeft gedaan destijds.
Hartelijke groet Gerben Ferwerda