Het voorjaar is nu echt begonnen. Niet alleen ligt 21 maart net achter ons, tevens konden we eind maart genieten van enkele zomerse dagen. De korte koude periode begin februari, is vergeten. Op de fiets naar en in Meijendel spitste ik mijn oren voor nieuwe vogelgeluiden. En daar was voor mij de eerste fitis. Afgestapt was ik aan het genieten van boomklevers toen ik werd verrast door de fitis. Het fitis maatje de tjiftjaf was al enkele weken aanwezig en nu met velen. ‘Maatje’ omdat ze zo op elkaar lijken en na elkaar ons land weer binnenkomen. De zomergasten! Het wachten is nu op de zwartkop en daarna de rest. Mijn favoriete seizoen de lente. Elk jaar weer opnieuw een eerste keer. Een reeks voorjaarswandelingen (of fietstochten), in normale jaren met de Vogelwacht nu vanwege Covid-19 in je eentje, is de manier om de zomergasten één voor één te ontvangen en dus (opnieuw) te leren kennen.
Mijn allereerste zwartkop heb ik daaraan te danken. Ik weet niet meer welk jaar het was, een flinke tijd geleden in ieder geval. Wel weet ik nog waar dat was: links (vanaf de Delftse binnenstad gezien) aan het einde van de Korftlaan, in de bosschages tegenover wat nu het plas-drasgebied is. Bijzonder dat ik precies op die plek dit jaar, het was halverwege maart, mijn eerste Cetti’s zanger hoorde. Die is hier trouwens gebleven, het is de laatste decennia een jaarvogel geworden. Met dank aan de klimaatverandering.
Mijn allereerste Cetti’s zanger hoorde ik in de Biesbosch, minder lang geleden als mijn eerste kennismaking met de zwartkop. De Cetti’s zangers zijn in Nederland flink in opmars maar de Biesbosch is echt zijn hotspot. Een gebied waar ik graag kom. Zowel in de Biesbosch als in Meijendel ben je nooit alleen, meer liefhebbers weten deze plekken te vinden. Maar een stukje lopen of fietsen doet wonderen als je wat rust en ruimte zoekt. Het weer zal niet altijd zomers blijven, maar dat moet niemand ervan weerhouden zelf aan het voorjaarswandelen te gaan. Ontvang die zomergasten!