In het begin negeren, daarna wat in de gaten houden of er niet eentje een staartveer pikt en dan zie je hem zenuwachtiger worden en lijkt het of hij chagrijnig wegklapt, achtervolgd door de hyena’s in de lucht. Een flinke kraai is bijna zo groot als een mannetje buizerd.
Ze krassen of schetteren (eksters) zolang dat ze hulp krijgen en gezamenlijk lukt het altijd. Toch moet ik de kraai nageven over enig moed te beschikken.
Langs de slootkant scharrelt hij ook regelmatig en wroet wat in de grond.
Een woelratje is als alternatief voor een kipje ook goed, maar om daar de dag mee door te komen is wat weinig. Verderop langs de weg heeft een dood schaap te lang gelegen en daar ging de buizerd ook op af. Bij zijn aankomst stoven de kraaien weg maar…..u raadt het al, veel lol was er voor de buizerd niet aan.
Regelmatig zweeft er een vlak over de tuin. Een mooi gezicht de bonte ondervleugels, de ontspannen klauwen en dan die scherpe blik. En toch een dubbel gevoel vanwege die wormen, dat aas en altijd maar wegvluchten voor de eksters en kraaien.
Ik heb er ook nog een gered, een jong. Aan de overkant van de weg zag ik gespartel en 2 kraaien erboven. Het bleek een vliegfoutje van dat jonge ding met als resultaat een zeer nat pak. Gelukkig hebben we de foto’s nog.
Zeker in de wintertijd zitten er wel 4 of 5 buizerds in de polder. Heel af en toe eentje jagend. En dan zie je reacties van eend en meerkoet. Bij een havik of slechtvalk is de paniek alom. Bij hardere wind wil een buizerd ook weleens bidden als een torenvalk.
De buizerd, ach ik weet dat ‘ie kan jagen, maar weet ‘ie het zelf wel?