De meivakantie is altijd veelbelovend en soms zoals dit jaar een beetje regenachtig.
Winterswijk is erg Achterhoeks. Veel variatie in landschapselementen, oude bomen en een soepele overgang van huizen naar groen. En iedereen voert vogels en hangt nestkastjes op. Men is blijkbaar zeer begaan. Ook een oude boomgaard wordt niet weggehaald maar publiek gesteld met bankje en een bosuil in de holte van een appelboom. Zo anders!
Vanuit ons huisje loop je 20 meter naar een zandweg met behoorlijk oude bomen. Veel spreeuwen vlogen met bekken vol. Oude spechtennesten vinden blijkbaar gretig aftrek. Aldaar de bonte vliegenvanger, drie bonte spechtensoorten, boomklever, matkop, 2 broedende lijsters, bosuil en het ‘gewone’ spul als kool- en pimpelmees en vink.
Hoogveengebiedjes onder beheer van Natuurmonumenten zien er on-Nederlands maar prachtig uit met boompieper en gekraagde roodstaart. Bossen in het water met bemoste stammen, de kraanvogel wat verder weg te horen.
Op de fiets zo’n 20 minuten naar de steengroeve waar men kalk wint als meststof te gebruiken. De oehoe. Ik merk nu pas hoe verslavend vogels kijken eigenlijk is. Wat een vorstelijke uilen in formaat, kleur en gedrag. En die pluimpjes.
Een aantal roekenkolonies gezien, zo anders in Zuid-Holland waar een jachtvergunning werd aangevraagd. Tijdens ons verblijf is de nestkast met jonge spreeuwen gekraakt door een boommarter. Ik heb niets gemerkt dan dat het stil was geworden. De buurman had hem/haar gezien.
De 2 oeverlopers bij het meertje waren in vol ornaat, een beetje laat?
Bij de oude watermolen hadden de kwikken een nest gemaakt achter een holle staander van de brug. Een beetje schuchter door de vele toeristen brachten ze af en aan.
Oja, ik heb ook nog foto’s gemaakt van mijn vrouw.