Alles pais en vree zou je zeggen.
Maar ja zo’n broedse kip heeft haar rust en kalmte nodig, dus die wil graag onder een dichte struik haar eieren uitbroeden. Zo komt er weer eens een kip met een paar kuikens parmantig “klok-klok” rustig pikkend de tuin in. Ze kent haar plek en is de onderste in de pikorde. Om de rust te bewaren gaat ze nog een paar dagen naar de broedplek om de nacht door te brengen. Gaat altijd goed! Nou ja, bijna altijd. De buurman waarschuwt dat hij een paar kippen kwijt is en barricadeert zijn schuur. De vos is omstreeks deze tijd in het jaar altijd een zwervende jongeling die een hapsnap beleid voert. Dus, je raadt het al, pakt hij/zij toch de kloek met kuikens en laat er slechts een in leven.
Mijn vaderlijke gevoelens spelen op en het kuiken mag in de bijkeuken uitgroeien tot een prachtige haan of de kip met de gouden eieren. Volop kuikenvoer met meelwormen zie je de kleuter bijna per dag groter worden. Lampje erbij voor wat kloeke verwarming en groeien maar. Dood. Tot mijn stomme verbazing (ik heb het opgezocht) kan een kuiken teveel eten. Jammer maar zo gaat het soms. Dus het kuiken over de sloot omdat dood doet leven. En aaseters zijn ook beestjes.
Terwijl ik terug loop richting kippenstal hoor ik al aan de alarmkreet van een kip dat iets niet goed gaat. Ik had net ook de kippen gevoerd en de tortels weten al enige tijd dat het goed toeven is bij die Zweekhorst. Ik tel er soms 15. En ook nu weer klappen er zoveel in paniek de bomen in en verder.
Ik blijf staan en zie de havik naar mij kijken. De strenge oogstreep doet mij aan die boze meester op de lagere school denken (wat heb ik nou weer misdaan?!)
De havik kiest eieren voor zijn geld en vlucht verrassend snel de hoogste boom in. De tortel vliegt een soort strompelend laag weg de andere kant op.
Er resten mooie herinneringen en nog wat lelijke veren op de grond.