Vanmorgen vroeg stond Rinse van der Vliet al bij het station te wachten. Het is 6.30 uur en fantastisch weer. Bij de Korftlaan is het weer heerlijk druk van de oeverzwaluwen, Annemieke van Oosten stond al klaar om te helpen. Zij kan zo netjes schrijven: ringnummer, geslacht+broedcode, vleugellengte en gewicht. En zij staat de geïnteresseerde voorbijgangers zo keurig te woord alsof ze stewardess is.

Dit jaar is de bovenlaag van de betonnen wand omgeschept, het wespennest verdwenen en blijkbaar vonden de oeverzwaluwen dat helemaal goed. 127 nesten hebben we geteld. En heel veel jongen en ouders geringd. Het vangen gaat heel subtiel met een mistnet. Ze vliegen er in en we halen ze eruit. Gisteravond bij het Kraaiennest zat er zelfs een rietzanger in.
Vorige week maakten we onze eerste ronde bij de Korftlaan. Alle zwaluwen cirkelden hoog in de lucht. Tot onze verbazing zat er mannetje sperwer op de grond voor de gaten, klaar om toe te slaan. Na een paar minuten vond hij ons irritant dichtbij en vloog weg. Zijn neef deed het anders. De boomvalk scheurde het wolkje in en greep er een om in het bos op te peuzelen of zit er soms een nest in het Hertekamp? Vandaar dat ik vandaag de camera heb meegenomen en probeerde wat vluchtbeelden uit. Mijn geluk kon niet op. De sperwerman ziet de zwaluwwand blijkbaar als voederplek, want hij was er weer en deed zijn neef correct na.
