De 5e lezing van de jaarcyclus 2022-2023 van Natuurlijk Delfland, Vogelwacht Delft en IVN ging over de Groenzoom. Dit gebied is zo ongeveer de laatste bufferzone die nog over is van de ooit ‘geprogrammeerde’ groen-blauwe slingers in Zuid-Holland. Twee gemeenten: Pijnacker-Nootdorp en Lansingerland hebben zeggenschap over dit gebied, dat een smalle corridor vormt tussen Midden-Delfland en het Groene Hart.

Cor Noorman, beheerder en gastheer van dit gebied, vertelde een boeiend verhaal over de mogelijkheden en moeilijkheden binnen een variatie aan terreintypen/habitats die gerealiseerd werden of gaan worden in de afgelopen en komende jaren.

Behalve beschermde gebieden met een beperkte openstelling voor publiek zijn er ook onderdelen van de Groenzoom die het hele jaar toegankelijk zijn met asfaltpaden – voor fietsers – en andere paden waar jammer genoeg ook gefietst wordt.

In dit gebied – ruwweg gelegen tussen Zoetermeer en de Ackerdijkse gebieden naar Midden Delfland – zijn een paar onderdelen als weidevogelgebied aangemerkt en daar moet af en toe extra water op het land gebracht worden, wat voor de aanwezige mollen en muizen ‘zwem voor je leven’ betekent.

De weidevogelstand is in de laatste tien jaar in Nederland sterk achteruitgegaan en dus zijn maatregelen in dit gebied welkom en nodig. Over de ontwikkeling van een paar zogeheten glanshavergebieden – met zo’n 14 ‘gewenste’ andere soorten daartussendoor – denkt men nog een aantal jaren nodig te hebben, waarbij hopelijk ook vlindersoorten en andere insecten een ‘broedgebied’ krijgen.

Er is een streng maaibeleid, waarbij tevoren de aanwezige nesten al dan niet met jongen geïnventariseerd en gemarkeerd worden en van binnen naar buiten wordt gemaaid met een traag tempo, zodat dieren de kans krijgen om de messen te ontlopen. Ook wordt niet alle begroeiing weggemaaid, maar in plaats van ‘meters maken’ door een loonbedrijf wordt er gefaseerd gemaaid, waarbij gedeelten van het terrein gespaard worden. Klepelen [= verhaspelen] is eigenlijk uit den boze. Het kost natuurlijk meer, maar ….. dan krijg je ook wat!

De natuur krijgt haar eigen kansen op ontwikkeling en men gaat in het algemeen geen soorten aanplanten voor verdere verspreiding binnen een gebied. Zaden moeten zelfstandig kiemen. Dan is blijkbaar ook de ondergrond met zijn bepalende schimmel- en bacteriënsoorten geschikt. Predatoren zoals diverse vogelsoorten kan men niet voorkomen: de natuur heeft zijn eigen ‘wetten’ , maar …… de vos heeft men nog niet gezien. 

Een boeiende lezing van een betrokken beheerder die ook excursies geeft en met een aantal vrijwilligers dit gebied gestalte geeft in de hoop dat de gemeentebesturen niet onder politieke druk van de huizennood overstag gaan in de toekomst. Ga daar eens wandelen en/of fietsen en geniet van het redelijk gevarieerde landschap in de wetenschap dat men veel moeite doet om ook in de Randstad natuur te behouden en te ontwikkelen.

De lezing terugkijken kan ook : https://www.youtube.com/live/McxCBU9pDpk?feature=share