Zoals het echte twitchers betaamt, zaten we (Karine, Alain, Mark, Raymond en ikzelf) op 24 december om 8.30 uur in de auto met maar één doel: de dwergaalscholver bij Lelystad. Natuurlijk zouden we ook de Siberische taling bij Heerhugowaard kunnen meepikken (lifer voor Alain en Mark) of de rosse franjepoot bij Biddinghuizen als mooie jaarsoort, maar de dwergaalscholver had niemand nog.
En we hadden nog twee extra redenen om hem te pakken te krijgen: Raymond stond op 199 jaarsoorten en ikzelf op 299 lifers in Nederland. Er was dus kans op twee mooie mijlpalen.
In druilerig en koud weer met doucheregen die niet op de buienradar zichtbaar was, liepen we om 9.45 uur vol goede moed van de parkeerplaats naar de locatie waar ie voor het laatst gezien was. Dat was een half uur geleden dus dat zou moeten lukken.
Er was nog één andere vogelaar maar zijn non-verbale communicatie beloofde niet veel goeds: zijn scope stond eenzaam niks te doen en zelf liep ie er een beetje doelloos omheen. ‘Op dat eilandje zit ie altijd dus hij zal wel weer terugkomen.’
We zagen mooie nonnetjes, dodaarsjes en veel aalscholvers, maar de dwergversie liet zich niet zien. Door de beregende scopes en verrekijkers en het sombere weer werd het ook steeds moeilijker om de overkant scherp in beeld te krijgen.
foto nonnetjes Raymond van der Ham
Bij gebrek aan zeldzame vogel ging Mark in gesprek met een collega-boswachter die net was aangekomen, samen met een reporter van Omroep Flevoland. De reporter wilde die vreemde vogelaars vast komen leggen. Lang verhaal kort: voor ik het wist (dank je, Mark) stond ik voor de camera te vertellen dat slecht weer niet bestaat, alleen slechte kleding, en dat we de dwergaalscholver nog niet hadden gezien. Wat een nieuwswaarde…
We werden steeds kouder en natter maar het bezoekerscentrum van het Flevo-landschap was maar tien minuten lopen. Op weg naar de warmte pikten we nog even twee wilde zwanen mee.
foto wilde zwaan Mark Kras
Blij verrast waren we met de gashaard die ons in een mum van tijd weer op temperatuur bracht. De koffie en de vroege lunch waren erg welkom.
‘Die rook die daar omhoog kringelt, zit die nou achter of voor het glas van de haard?’
Deze wat naïeve vraag van mij was het startsein voor Karine om in actie te komen. Met gevaar voor eigen leven griste ze de rokende mutsen en handschoenen bij de haard weg, en rende ze naar buiten om de rookontwikkeling met behulp van de regen te stoppen, terwijl ze een camera, een verrekijker en twee kopjes zonder koffie in haar vlucht meenam. De anderen stonden erbij en keken ernaar… Wat een daadkracht!
De handschoenen die Mark daarna nog even op dezelfde plek te drogen legde alsof er niks was gebeurd, moesten van de vriendelijke doch resolute bedrijfsleider direct worden verwijderd.
Na dit avontuur vertrokken we hoopvol voor een volgende poging. Toen we even snel op waarneming.nl keken, bleek dat de dwergaalscholver tijdens onze lunch door een andere vogelaar was gezien. Dat hadden wij weer, een confrontatie met een van de vogelaarswetten van Murphy: vijf minuten nadat je zelf aan de koffie bent gegaan, laat een zeldzame vogel zich aan anderen zien. Dat waren precies de vijf minuten die we kwijt waren geraakt aan onze aangebrande mutsen. Zo’n dag zou het toch niet worden?
We liepen de route die we al ongeveer zes keer gelopen hadden dus we kregen een behoorlijk kastje naar de muur-gevoel. Die kleine rakker liet zich niet zomaar te pakken krijgen. ‘Zullen we dan maar naar de Siberische taling gaan?’ Maar die bleek wat verder weg dan gedacht: het was nog een uur en een kwartier rijden naar Heerhugowaard. De rosse franjepoot zat wel wat dichterbij…
Toen we de moed net op wilden geven, kwam er plots weer een melding binnen: vijf minuten geleden zat ie niet ver van ons vandaan. Voor de zevende keer liepen we het blauw-oranje bruggetje over. Twee tegemoetkomende twitchers hadden ‘m gezien maar hij was net opgevlogen naar de kant waar we vandaan kwamen. We hadden nu redelijk goed zicht over de plas en weer was het de daadkracht van Karine die ons hielp: in een mum van tijd had ze het beestje in de scope!
foto dwergaalscholver Toine Andernach
Op het moment dat de anderen een blik door de scope wilden werpen, vloog ie alweer de andere kant op, maar we zagen ‘m nog wel in de plas landen. Nu lieten we ‘m niet meer los. We wandelden stevig door naar de andere kant van de plas en zagen al snel een groepje andere twitchers staan. ‘Hij zit daar onder die takken die een driehoek vormen.’ Dwergaalscholvers schijnen altijd laag te zitten. Scopes, kijkers en camera’s in de aanslag en ja hoor, na 4,5 uur geduld konden we ‘m allemaal prachtig zien en vastleggen.
Onze mijlpalen moesten worden gevierd met een biertje en een borrelhapje. En waar kon dat beter dan bij het bezoekerscentrum? ‘Zijn jullie daar weer!’ We hadden een onvergetelijke indruk achter gelaten. En namen voor de zekerheid een tafel op veilige afstand van de haard.