Wat was het weer een feest! Veertien deelnemers waarvan er zes al op Texel waren ontmoetten elkaar bij onze traditionele eerste stop: de Petten, een plas-drasgebied aan de Zuidkant van Texel.

Daar zagen we al veel rosse grutto’s, steenlopers en wulpen. Maar we wisten ook dat de enige echte zeldzaamheid die recent op Texel was waargenomen hier in de buurt moest zitten: op de Mokbaai aan de andere kant van de weg. Om die in beeld te kunnen krijgen moesten we even het duin op klimmen. Vanaf daar hadden we een weids uitzicht op de Mokbaai met rosse grutto’s, kanoeten, zilverplevieren en bonte strandlopers. Gelukkig waren er al een paar andere vogelaars aan het zoeken geweest en het duurde niet lang voordat ook wij de breedbekstrandloper in beeld hadden. Weliswaar ver weg, maar goed herkenbaar.

Dat was een fijn begin van de dag! Na de Petten verplaatsten we ons naar gemaal de Schans. Vanaf het mooie uitkijkpunt over de Waddenzee zagen we veel grote sterns en een paar dwergsterns jagen. De visduiken van de grote sterns waren indrukwekkend. En er zat een mooie tapuit op de basaltblokken.

We vervolgden onze weg langs de oostkant van het eiland voor een stop bij Ottersaat, weer een plas-drasgebied. Daar zagen we veel broedende visdieven, kluten en kleine plevieren. De uitdaging was hier om de Noordse sterns te vinden. Na wat speurwerk met de scope kregen we het stel mooi samen baltsend en voedseloverdragend in beeld.

We zagen op waarneming.nl dat er niet ver van Ottersaat witbuikrotganzen waren gemeld. Die moesten we natuurlijk meepikken. Tussen de honderden rotganzen wist Kees de twee witbuiken er feilloos uit te halen. Nu hoefden we nog maar honderd meter verder te rijden voor het kijkhutje bij Dijkmanshuizen. Dit hutje biedt plaats aan maximaal zes vogelaars maar ook naast de hut was van alles te zien (zoals een bruine kiekendief).

Vanuit de hut konden we over het riet nog net op de zandplaatjes kijken waar we onder andere kleine strandlopers zagen. Na de knusse hut reden we naar Wagejot. Daar zagen we gelukkig dat de grote sternkolonie weer enorm was toegenomen na de desastreuse gevolgen van de vogelgriep een paar jaar geleden.
Na Wagejot was het tijd voor koffie met taart bij Prins Hendrik. Daar konden we de huiszwaluwnesten van dichtbij bewonderen en zagen we ze continu hun nesten in- en uitvliegen. We maakten een wandeltocht over de dijk richting de Schorren en werden getrakteerd op veel bonte strandlopers, bontbekplevieren en steenlopers.


Terug liepen we benedendijks langs Utopia. Daar zagen we nog kanoeten maar verder geen nieuwe soorten. Inmiddels was het half vier en tijd voor onze laatste bestemming. Dat werd het uitzichtpunt bij het Renvogelveld inclusief een rondje Robbejager. Dat leverde nog verschillende zangvogels op, waaronder een mooie blauwborst.
Na een fijne vogeldag en het afscheid van de zaterdagploeg was het tijd voor borrel en diner bij de Rog in de Cocksdorp. Maar de dag was nog niet voorbij: de avond werd voor een aantal diehards afgesloten met een korte nachtzwaluwen-houtsnippenexcursie. Om 21.30 uur verzamelden we bij parkeerplaats Paggapaadje in de bossen bij de Koog. Vanaf daar hoef je maar 20 meter te lopen en met wat geduld hoor je de nachtzwaluwen snorren en vliegen de baltsende houtsnippen je knorrend en piepend om de oren. Een bijzonder fenomeen!
Op zondag startten we vanaf de parkeerplaats bij Restaurant RJ, een mooie uitvalsbasis voor het noordelijke deel van Texel.

Van daaruit bezochten we de Tuintjes, een prachtig duingebied waar onder andere tapuiten broeden. Die zagen we dan ook volop, net als een holenduif die ook een hol had gevonden. Tijdens ons zonnige rondje Tuintjes zagen we in het struweel een aantal mooi belichte en gekleurde zangvogels zoals kneuen, roodborsttapuiten en grasmussen. En we hoorden nachtegalen en een bosrietzanger. Maar het hoogtepunt was een spotvogel die prachtig aan het zingen was en die ook mooi in beeld kwam.





We brachten nog een kort bezoekje aan het haventje van Sil in de Cocksdorp. Als het water opkomt is dit een hoogwatervluchtplaats. Nu wij er waren stond er behoorlijk veel water in het haventje zelf en waren de meeste steltlopers vertrokken. We konden wel de eiders met jongen van dichtbij bekijken.

Een flitsbezoek aan het uitkijkpunt over de Slufter leverde niet veel soorten op. Het was daar ook erg druk met fietsers en wandelaars. Daarom besloten we snel voor de lunch de Staatsbossen te bezoeken: een ander biotoop met kans op nieuwe soorten! Dat bleek goed uit te pakken. We hoorden alle bekende bosvogels maar we wisten ook waar de meer bijzondere fluiter voor het laatst was waargenomen. Na tien minuten hoorden we de kenmerkende triller en konden we steeds dichterbij komen. Zelfs zo dichtbij dat we ‘m goed hebben kunnen bekijken! In de bossen hoorden we nog verschillende grauwe vliegenvangers: dat waren de kersen op de taart.
Na genoten te hebben van een pannenkoekenlunch begaven we ons naar de Horsmeertjes, die we op zaterdag hadden overgeslagen. Onderweg daarnaartoe zagen Kees en Pieter een koereiger die op de terugweg nog door iedereen kon worden bekeken. Tijdens de wandeling naar het uitzichtpunt van de Horsmeertje werden we getrakteerd op braamsluipergezang. Omdat we nog een half uurtje over hadden, besloten we ook het NIOZ aan de zuidkant van het eiland even aan te doen. We zagen prachtige gemengde groepjes van grote sterns en dwergsterns. Een wandeling over het NIOZ-terrein eindigde helaas voor Jan wat minder gelukkig: hij was gestruikeld en lelijk op zijn hoofd terechtgekomen. Daar moest hij even van bijkomen. Gelukkig kon dat nu ook want het was de hoogste tijd om naar de boot te gaan.
Op de boot konden we nog wat meeuwen bekijken maar ook zelf foerageren.
Voor thuis is de Texelse hoornderring met amandelspijs een aanrader. We kijken weer terug op een geslaagd vogelweekendje Texel!