De opgaves kwamen binnen één week van te voren tot de ochtend van vertrek. Uiteindelijk vertrokken we met zijn negenen (Hans, Renée, Chris, Linda, Geert, Paula, Evelien, Marti en Jan) in drie auto’s naar Brabant. Vanwege werkzaamheden aan de A16 bij Rotterdam, reden we via de Kruithuisweg, de verlengde A4 in Midden Delfland en de Beneluxtunnel. Het is een bijzonder stuk nieuw snelweg die verlengde A4 en dat is-ie. Jammer van de problemen met het grondwater. Via Gorinchem en Werkendam bereikten we de Bandijk. Het project Ruimte voor de Rivier laat zich direct zien, de werkzaamheden lijken te zijn afgerond. Een compleet ander landschap is ontstaan, van agrarische bedrijven naar kreken vol met waterwild, inclusief de noodzakelijke bruggen, dijken en terpen. Zie onderstaande plattegrond van het Nationaal Park de Biesbosch (http://np-debiesbosch.nl/)
Onze eerste stop was halverwege de Bandijk. Vanaf het rode bakstenen gemaal annex uitzichttoren ‘Buiten Kievitswaard’, hadden we mooi zicht op de recent aangelegde plasjes en drasgebieden in de polders Buiten en Binnen Kievitswaard met o.a. Lepelaar, Grote en Kleine Zilverreiger, Bonte Strandloper, Bontbekplevier, Rietzanger, Fuut, Slobeend en Stormmeeuwen. Weinig Ganzen, ver weg een groep Grauwe Ganzen. De in het gebied door anderen aangetroffen Roodhalsgans, liet zich aan ons niet zien. Ook later op de dag niet. Zie de waarnemingen van Vogelwerkgroep Biesbosch via de site van het Nationaal Park. Voor ons begon hier ook het grote zoekplaatje ‘zoek de eend’. Het wisselen van zomer- naar winterkleed maakt de Eenden moeilijk herkenbaar.
Onze volgende stop was daadwerkelijk in het Nationaal Park. Na de auto’s geparkeerd te hebben langs de Bandijk in de Kleine Noordwaard, liepen we terug richting Witboomkil. Voordat we vertrokken nog even de telescopen gericht op het bordje bovenop de bult bij Landart Wassende Maan. Daar zat een vrouwtje Tapuit. Op een tak van een omgevallen boom, half liggend in het water van een plasje/riet/wilgenbos aan de rand van de Kleine Noordwaard, zat een IJsvogel. Hij liet zich aan ons allemaal goed zien en ving ondertussen een visje. Langs de Witboomkil vele Huiszwaluwen, een enkele Boerenzwaluw, Putters (jong en oud), Roeken en Ringmussen. De Ringmussen, Putters en Zwaluwen lieten zich goed horen, wat een getwinkeleer. Net voorbij Natuurkampeerterrein De Knotwilg ligt in een bosje de uitkijktoren. Vanaf de uitkijktoren heb je een mooi zicht op de Kleine Noordwaard. Zoals gezegd vele Eenden in eclipskleed en grote groepen Knobbelzwanen, Meerkoeten en Kokmeeuwen. Nog geen Smienten, gezien de mooie nazomer is er blijkbaar nog geen reden naar ons land af te reizen. Een fraai en leuk gezicht waren de Witte en Gele Kwikstaarten.
Een klein stukje verder, lopen (met een roepende Cetti’s Zanger op de achtergrond), rijden en lopen langs de Panoramatafel in de Noordwaard. Er is flink gesnoeid zodat de waterkant weer goed bereikbaar is. Hier wel vele Ganzen, maar niet vlak voor onze neus. Nu ook Grote Canadese Ganzen, een grote groep Brandganzen en daartussen zowaar twee Zwarte Zwanen, een statig on-Hollands gezicht. Niet al te dichtbij, maar groot vergeleken met de andere Meeuwen, een Grote Mantelmeeuw. Verder Bergeenden, Nijlganzen en vele Wilde Eenden in hun rommelige pak. Dit is een mooie plek om te genieten van grote groepen Eenden, Ganzen en Steltlopers die op de wieken gaan. Opstijgende en wegvliegende Knobbelzwanen zijn ook een genot om naar te kijken en te luisteren.
Toen op weg naar het bezoekerscentrum aan de Hilweg, het Biesbosch MuseumEiland. Zie onderstaande foto (www.biesboschmuseumeiland.nl). Na wat dranken en spijzen te hebben genuttigd, werd het museum bezocht dan wel lekker geluierd in het koele restaurant. Buiten was het een zeer mooie zomerdag, de koperen ploert liet van zich spreken.
We wandelden terug over de brug en volgden een wandelpad rechts van de Hilweg, over ons heen vloog een Grote Bonte Specht. Daarna bogen we af naar een fraai uitzichtpunt over de Noordwaard. Niet door iedereen gezien, ik had wel het genoegen, een Visarend met een prooi in zijn klauwen. Hij kwam aanvliegen vanachter de dode bomenrij aan de overkant van het water. Wel voor iedereen goed zichtbaar was Visarend nummer twee, zittend in een van de kale bomen en regelmatig poetsend aan zijn veren. Aan een andere overkant (de kant van de panoramatafel) kwam een vrouwtje Bruine Kiekendief laag aanvliegen en dook weg achter een rij Biezen. Het had ook een juveniel kunnen zijn. De gids van een andere groep vogelkijkers die daar ook aanwezig was, vertelde graag over de verschillen en de overeenkomsten. Aan het einde van de kale bomenrij zat een gezinnetje Knobbelzwaan.
Terug naar de auto’s reden we door over de andere brug op weg naar polder Maltha. De polder en bijbehorende vogelhut waren lang niet bereikbaar vanaf deze kant, gezien alle werkzaamheden in het gebied. Na het uitstappen verstoorden wij een Watersnip die goed zichtbaar eerst weg en toen weer naar ons toe kwam vliegen. Na een perfect zichtbare landing waren we hem natuurlijk toch kwijt. Wat een camouflagepak! Na een korte wandeling stonden we in de oude hut. De prachtige wandschilderingen van flora en fauna, zijn nog steeds goed zichtbaar. Enkelen van ons spotten hier wederom een IJsvogel. We zagen een groepje van vier Eenden, duidelijk zichtbaar kleiner dan de overige Eenden, ook in overgangskleed. Gezien de lichte achterkant van de mannen waren het Wintertalingen. De oogstreep bij de vrouwtjes was goed te zien. Ook de Kuifeenden waren redelijk herkenbaar en natuurlijk de Krakeenden met de witte spiegel.
Uiteindelijk reden we vanaf Maltha terug door het nieuwe Ruimte voor de rivier gebied. Vlak voor het instappen ging een Buizerd met de kop in de wind staan bidden. Rustig rijdend spotten we nog een vrouwtje Torenvalk. Een leuk detail overal in het gebied, zijn de palen van lantarenpalen aan bruggen, schuin neergezet met op de plek van de lampen een ingestoken tak. Gereed om een IJsvogel te ontvangen. Verder veel grijze duiven op de (elektrische) fiets.