Afgelopen week ontvingen wij onderstaand bericht. Hiermee is een wellicht allang vergeten mysterie na vele jaren eindelijk opgelost.
Geachte dames, heren
Ik sprak deze week met de heer Zweekhorst, naar aanleiding van een berichtje dat ik op internet las. Het ging over een verhaal dat in 2013 de kop opstak, bij de Vogelwacht Delft. Er was in 1970 een dwergooruil gesignaleerd en gemeld bij de Vogelwacht. Dat verhaal klopt, zie mijn krantenberichtje uit 1970. Maar het was helaas geen wilde vogel, die op eigen kracht naar Delft was gevlogen. Ik was in 1969 in Kroatië (toen nog Joegoslavië), ik logeerde op het platteland, in Tomis. Daar werd een uilennest geruimd. Zoals dat waarschijnlijk toen gebeurde, werd het nest op het erf gegooid, met jongen en al. Van de ouderuilen was geen spoor te bekennen. De jongen hipten verward in het rond, ik heb er nog dia’s van gemaakt. Erg zielig, en ik besloot om één van de jongen mee te nemen naar huis (Delft). Wat er van de andere twee jongen geworden is weet ik niet. Ik maakte een kleine kooi van latjes, een kooitje dat net in mijn tanktas paste. Onderweg kreeg het uiltje stukjes vlees en lever, en water te drinken. Ik reed in twee dagen naar huis, daar maakte ik een grote kooi, een kubus van een meter in het vierkant van latjes en gaas. Op mijn studentenkamer aan de Verwersdijk hield ik de uil, later mocht hij (of zij) vrij rondvliegen, de uil zat overdag roerloos op een schilderijlijst, en werd ’s avonds actief. Ik leerde hem van mijn hand meelwormen pakken. De uil was heel tam, ik kon hem aan zijn snavel optillen, en een bijkomstigheid was dat hij overdag allerlei spullen opslokte zoals elastiekjes en zo, en die op een bepaald moment allemaal weer uitbraakte. De kat hield hij scherp in het oog, vloog naar veilige afstand om de poes diep in de ogen te kijken. Helaas is de uil in het voorjaar van 1970 weggevlogen, toen ik op vakantie was, en degene die voor het beest zorgde even het raam had opengezet. Enkele maanden later verscheen het berichtje in de krant (ik geloof de Delftse Post) zodat de uil in elk geval enkele maanden zichzelf heeft gered. Bij de familie Eyben is ze aan komen vliegen, en ik denk in de buitenstaande vogelkooi gaan zitten. Eén van mijn huisgenoten heeft destijds nog opgebeld naar de Vogelwacht, om te informeren, maar daar werd gezegd dat de vogel losgelaten was omdat die gezond was.
Ik stuur ook een paar foto’s op. De eerste zijn de drie dwergooruiltjes op het erf in Kucice Joegoslavië, zomer 1969.De tweede en derde zijn foto’s van het grootste uiltje dat ik meenam, op de Verwersdijk in mijn studentenkamer. De vierde foto is van het krantenknipsel in 1970. Ik vraag wel vriendelijk om bij publicatie mijn naam te vermelden, bij foto’s en tekst: Gerben Ferwerda.
N.B.: Ik zag op https://www.dutchavifauna.nl/record/4576 ook een melding van de waarneming in 1970. Ik kan het doorgeven, maar het is misschien beter als uw vereniging dat doet, omdat die de melding heeft gedaan destijds.
Hartelijke groet Gerben Ferwerda