Al weken schalt zijn lach door onze tuin. Het oude bonte spechtennest leek hem de bruidsschat bij uitstek. En plots was zij daar en hij liet trots zijn onroerend goed door haar goedkeuren.
Helaas, te min en al vloog hij haar nog na; het nest trok hem te meer. En weer lachte hij zich gek om een nieuwe vrouw. En waakte en waakte.
Tot een paartje spreeuwen de holte eigenlijk wel prima vonden. Eerst aarzelend, heel snel in en uit, maar allengs wat langer, bezitteriger
En dat pikte onze groene vriend niet. Hij keek en dreigde, vloog erop af en aan. Dat duurt al dagen zo. In de pauzes lacht hij door. Maar het goede oor hoort het lachen nog niet vergaan, maar het lijkt op een tekort aan adem, niet meer zo schallend, wat mager en wat lager. Zou hij zich schikken in het vrijgezellenleven?