Op vrijdag 7 januari keerden wij met de Hofpleinlijn terug naar Pijnacker, na een dagje Rotterdam. De huizen van Koningshof waren net aan de linkerkant van de trein verschenen toen mijn man opeens kalmpjes opmerkte: “Daar gaat een IJsvogel”. Onmiddellijk keek ik uit het raam, maar door de snelheid van de trein hadden we de vogel allang achter ons gelaten. Onverwacht werd ik getroffen door een steek van jaloezie. Dat is nu al de zoveelste keer dat hij een IJsvogel ziet die ik net misloop. Ik wil ook weer eens zo’n juweeltje aanschouwen!
Door mijn afgunstige gevoelens doe ik nog een slappe poging om de waarneming te ontkennen, maar natuurlijk weet ik wel beter. Thuisgekomen grijp ik meteen de verrekijker uit de kast en vertrek met spoed richting Koningshof. Er staat een harde wind. Het is al 16.30 uur en het wordt snel donkerder. Na enkele minuten lopen ben ik bij het slootje aangekomen dat langs de spoorlijn ligt. Het voetpad langs de sloot heet Gantellust en ligt ter hoogte van Groendaal. Zodra ik zicht heb op het water zie ik al direct een glimp van een dik vogeltje dat in een rechte lijn laag over het water vliegt. Dat ziet er veelbelovend uit, maar ik heb nog te weinig gezien om zeker te zijn.
Haastig loop ik door in de richting waarin de vogel is verdwenen. Onder het lopen hoor ik opeens vrij dichtbij de roep van een IJsvogel, luid en duidelijk. Zo snel mogelijk zoek ik een open plek langs de oever waar ik de sloot kan overzien en jawel! Daar zit er eentje, op een omgevallen kale boom die in het water ligt. Echt de standaard zitplek waar een IJsvogel zich hoort te bevinden. Hij ziet er vrij donker uit en zijn lichaamshouding is anders dan ik mij herinner van eerdere waarnemingen en foto’s. Het lichaam is slank en de snavel wijst schuin naar boven. In “Nederlandsche Vogelen” heb ik eens een prent gezien waarop IJsvogels in deze houding zijn afgebeeld. Toen ik de prent zag vond ik de lichaamshouding vreemd en ik had het vermoeden dat de kunstenaar een dode IJsvogel als model had gebruikt. Opeens ben ik daar niet meer zeker van.
De IJsvogel is enorm oplettend en ik kan hem dan ook maar enkele seconden bekijken voordat hij er vandoor gaat. Zijn opvallende turkoois blauwe rug lijkt wel licht te geven in de schemerige sloot. Het lichtpuntje verdwijnt in de verte. In de hoop de vogel nogmaals te kunnen aanschouwen loop ik nog een eind in de richting waarin hij is verdwenen. Even meen ik nog vaag een roepje te horen, maar er is verder niets meer van de IJsvogel te bespeuren. Levende IJsvogel laten zich zelden langer dan enkele seconden bekijken, een blauwe flits en weg zijn ze weer. Gelukkig zijn er veel mooie foto’s en kunstwerken van IJsvogels waar je net zo lang naar kunt kijken als je wilt.