Aangezien de Vogelwacht Delft e.o. in 1963 werd opgericht en sindsdien de eerste broedvogeltellingen werden verricht, is er van de jaren daarvoor vrijwel geen informatie bekend over het voorkomen van vogelsoorten in en om Delft bekend.
Onlangs attendeerde Raymond van der Ham mij erop dat hij in bezit was van een kopie van een basislogboek van de Nederlandse Jeugdbond voor Natuurstudie (NJN) afdeling Delft van de periode 1943 tm 1951. De excursiebeschrijvingen zijn interessant om door te lezen en herbergen veel informatie over aangetroffen plantensoorten, waterdiertjes (hybie) en strandwerk. Vogelgegevens zijn beperkt aanwezig maar er staan toch wel wat interessante wetenswaardigheden in. Deze heb ik hieronder enigszins samengevat.
Voor Ackerdijk worden in 1942 onder meer woudwaapje, zomertaling, zomertortel, steenuil, gekraagde roodstaart, snor en wielewaal genoemd. Op 15 mei 1949 werden zomertortel en wielewaal gehoord en ook de zwarte stern werd gezien.
Op 1 juli 1945 werd langs de vaart van Delft naar Schipluiden zwarte stern en gele kwikstaart (veel) waargenomen (ook genoemd op 15 mei 1947). En tijdens een polderexcursie op 6 juni 1946 ook zwarte sterns bij de Nootdorpse Plassen (van de zwarte stern is bekend dat deze tot broeden kwamen in de Vlaardingse Vlietlanden in deze jaren).
Bommeer 8 mei 1949. Veel kieviten, grutto’s en tureluurs. Een paar kemphanen, kokmeeuw en visdief. Onder meer moeraskartelblad, grote ratelaar en dotterbloem.
Op 30 april 1949 werd melding gemaakt van een futenpaar met nest in de Nootdorpse Plassen (futen waren toen nog erg schaars in deze omgeving). Langs de Tweemolentjesvaart werd ook ronde zonnedauw gevonden. Op 16 september 1945 (enkele maanden na Wereldoorlog II) werd de excursie naar de Tweemolentjesvaart afgezegd ivm een vliegtuig demonstratie op Ypenburg.
Op 6 juni 1944 werd een ooievaar gemeld tussen Wateringen en Rijswijk. Toen blijkbaar al erg schaars.
Op 12 juli 1944 werd een geelgors opgemerkt langs de rijksweg tussen Voorburg en Gouda en op 16 juli 1944 ook een geelgors langs de Tanthofkade (tot in de jaren zeventig kwamen ze nog tot broeden in delen van Zuid-Holland).
Tijdens een winterexcursie naar Staelduin op 26/27 maart 2049 werden onderweg “veel” bonte kraaien gemeld en een koppel van 4 patrijzen.
Op 11 oktober 1944 een groene specht waargenomen bij de T.H.
Een torenvalk werd gemeld op de Nieuwe Kerk te Delft op 1 juli 1944 en roeken op de Koornmarkt op 10 april 1945.
Excursie Rozenburg 10 juni 1945. Nesten van oeverzwaluw in zandkanten van de Maasoever.
In een bijlage worden voor Delft en omgeving veel waarnemingen gedaan in de Cultuurtuin, tegenwoordig de Botanische Tuin TU Delft, door L. Caron. Men sprak destijds over zwarte lijster (merel) en groenvink (groenling), groene en bruine kikvors en waterjuffertje (lantaarntje).
Er werden 27 (broed)vogelsoorten gemeld in de Cultuurtuin in 1944, waaronder soorten als koekoek, wielewaal, tuinfluiter, spotvogel, grauwe vliegenvanger, gekraagde roodstaart en boomkruiper. Opvallende afwezigen waren Turkse tortel, zwartkop, ekster en putter.
Op 28 september 1944 werd een kerkuil in de Cultuurtuin waargenomen en op 26 maart 1944 werd voor het eerst staartmezen waargenomen voor deze omgeving (op doortrek? staat er bij vermeld).
Andere opmerkelijke waarnemingen in de Cultuurtuin waren een hermelijn op 1-1-1945, koninginnenpage 26 juni 1944 (rups op 8 juli 1944 op peen) en een moshommel op 22-3-1945.