Coronaproof vogelen
Een wolkendek als op een Hollandse meester, wapperende windjacks en rode neuzen: op deze druilerige zondag staat de stevige wind in ieder geval garant voor een coronaproof rondje Zuidpolder, zoveel wordt duidelijk op het verzamelpunt.
Daar, langs de N470 op de Groene Keijzer, druppelen meerdere fietsers verlaat binnen door flinke tegenwind onderweg. Gelukkig is er direct al veel te zien en was de vogelgroep nog lang niet vertrokken. De eerste smienten uit Scandinavië, een slechtvalk, buizerd, brand- en nijlganzen, een ooievaarspaartje en wel zestig opvliegende putters: er zijn slechtere starten van excursies.
‘Vandaag zullen we nog niet zoveel trek zien’, legt excursieleider Hans even later uit tijdens zijn aftrap, ‘wel veel foeragerende vogels.’ Een kleine geologische geschiedenis van het natuurgebied volgt: hoe het bezinksel van het getij – na de inklinking van de vroegere kreken – voor de hogere vlakten zorgden in het rijke, drassige vogelgebied.
Negen vogelliefhebbers zullen nog regelmatig stoppen op het pad langs de N470: torenvalk, een groep spreeuwen, smelleken, boerenzwaluwen, een overvliegende wulp, kleine mantelmeeuw, wintertalingen, slobeend en daar twee haviken. Het wordt vandaag een roofvogelfestijn. Een uur later en aan het einde van het natuurgebied staat de stand al op bijna dertig vogelsoorten, deelt Toine enthousiast mee: ‘Op naar de vijftig!’
Op de Bergboezem met haar verschillende drassige weilanden aan onze rechterkant, zet de groep waaierende fietsers zich flink schrap tegen de aantrekkende wind. Maar ondanks de trillende verrekijkers en de miezerregen blijft het plezier: tussen de kieviten in het weiland schuilen de goudplevieren, in het water dobberen berg-, krak- en kuifeenden, daar snelt een fazant voorbij. Even verderop worden sijsjes, een kok- en stormmeeuw en een kemphaan gespot.
Aangekomen bij molen de Valk vliegen de ‘oohs’ en ‘aahs’ in het rond als kneutjes, tapuiten en een pijlstaart worden waargenomen, maar dan meent Hans toch dat de brandganzen verderop in het weiland tekort worden gedaan. ‘Ik wil ook even mijn waardering uitspreken voor deze prachtige ganzensoort.’ Staat genoteerd.
Via het Ackerdijkse pad fietsen we terug richting het startpunt, waarbij we nog een stop maken bij uitkijksilo De Kluut. Een zwevende bruine Kiekendief en biddende torenvalk maken daar vandaag het roofvogel-walhalla compleet.
Al fietsend naar de laatste stop bij uitkijktoren De Tureluur breekt de zon voor het eerst echt door en horen de geoefende vogelaars nog een boomkruiper en een Cetti’s zanger. Vanuit de uitkijktoren worden even later nog kramsvogels en koperwieken waargenomen. Dan is de excursie echt voorbij en staat de teller op ruim vijftig vogelsoorten. Door weer en wind een meer dan geslaagde dag!
Waargenomen soorten:
Brandgans, Grote Canadese gans, Buizerd, Nijlgans, Smient, Slechtvalk, Ooievaar, Putter, Zwarte Kraai, Grote Zilverreiger, Torenvalk, Aalscholver, Spreeuw, Fuut, Smelleken, Boerenzwaluw, Wintertaling, Slobeend, Wilde Eend, Grauwe Gans, Wulp, Holenduif, Havik, Blauwe reiger, Knobbelzwaan, Kleine Mantelmeeuw, Kievit, Watersnip, Waterhoen, Meerkoet, Ekster, Kauw, Houtduif, Turkse Tortel, Fazant, Kokmeeuw, Bergeend, Goudplevier, Stormmeeuw, Sijs, Kemphaan, Krakeend, Kuifeend, Kneu, Tapuit, Pijlstaart, Bruine kiekendief, Merel, Boomkruiper, Vink, Roodborst, Koolmees, Koperwiek, Kramsvogel, Pimpelmees, Witte Kwikstaart, Cetti’s zanger, Gaai. (Met dank aan Toine)